3K bio 5 oktober
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Welke celkenmerken heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Waaraan til je de microscoop op?
A
Voet
B
Tafel
C
Voet en statief
D
Statief
Slide 8 - Quizvraag
Voordat je begint met werken met de microscoop controleer je..
A
of het kleinste objectief voor staat en de tafel naar beneden is gedraaid
B
of de tafel helemaal omhoog gedraaid is
C
of het grootste objectief voor staat en de tafel naar beneden is gedraaid
D
of het kleinste objectief voor staat en de tafel helemaal omhoog gedraaid is
Slide 9 - Quizvraag
Bij het bekijken van een preparaat begin ik altijd met het scherpstellen bij de
A
De grootste vergroting
B
kleinste vergroting
Slide 10 - Quizvraag
De hoeveelheid licht die op het preparaat komt regel ik door te schuiven met het...
A
Het objectief
B
De grote schroef
C
Diafragma
D
De tafel
Slide 11 - Quizvraag
Bij het scherpstellen van de microscoop maak ik altijd gebruik van de grote schroef
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Naam, klas en datum zet je altijd
A
Links bovenaan de tekening
B
Rechts bovenaan de tekening
C
Links onderaan de tekening
D
Rechtsonderaan de tekening
Slide 15 - Quizvraag
Moet je het microscoop nummer ook noteren?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Moet je lijnen waarmee je een celonderdeel aanwijst met een lineaal/geodriehoek tekenen?
A
Nee
B
Ja
Slide 17 - Quizvraag
Mag je bij een biologische tekening schetsen?
A
Ja
B
Nee
C
Mag je zelf weten
Slide 18 - Quizvraag
Waar zet je het onderwerp, vergroting en kleuring (indien van toepassing) bij een biologische tekening
A
Links onderaan
B
Rechts onderaan
C
Links bovenaan
D
Rechtsbovenaan
