TaalCompleet A1 - thema 4 - 4.13 Van € 1,50 voor € 0,99!

 4.13 Van € 1,50 voor € 0,99!
  1. gratis
  2. de zak
  3. alle
  4. het soort
  5. het fruit
  6. de banaan
  7. de citroen
  8. de peer
  9. de sinaasappel
  10. de boon
  11. de sla
  12. de wortel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 4.13 Van € 1,50 voor € 0,99!
  1. gratis
  2. de zak
  3. alle
  4. het soort
  5. het fruit
  6. de banaan
  7. de citroen
  8. de peer
  9. de sinaasappel
  10. de boon
  11. de sla
  12. de wortel

Slide 1 - Tekstslide

gratis
  • zonder dat het iets kost, voor niets
  • zin: Je krijgt vandaag het tweede pak melk gratis

Slide 2 - Tekstslide

de zak
  • voorwerp waar je iets in kan doen
  • de zak - de zakken
  • zin: Ik doe de groente in een zak.

Slide 3 - Tekstslide

alle
  • zin: Ik heb alle boodschappen opgeruimd.

Slide 4 - Tekstslide

het soort
  • het soort - de soorten
  • zin: Hier liggen veel soorten broden.
  • zin: Je kunt verschillende soorten appels op de markt kopen.

Slide 5 - Tekstslide

het fruit
  • bananen, druiven, peren, appels, ...
  • zin: Ik vind alle fruit soorten lekker.

Slide 6 - Tekstslide

de banaan
  • fruit
  • de banaan - de bananen
  • zin: Ik koop een tros bananen.

Slide 7 - Tekstslide

de citroen
  • fruit
  • de citroen - de citroenen
  • zin: De citroenen zijn geel.

Slide 8 - Tekstslide

de peer
  • fruit
  • de peer - de peren
  • zin: Ik vind peren lekker.

Slide 9 - Tekstslide

de boon
  • groente
  • de boon - de bonen
  • zin: We eten vanavond bruine bonen.

Slide 10 - Tekstslide

de sinaasappel
  • fruit
  • de sinaasappel - de sinaasappels
  • zin: Sinaasappels hebben een oranje kleur.

Slide 11 - Tekstslide

de sla
  • groente
  • wordt rauw gegeten
  • zin: Ik heb een krop sla gekocht.


Slide 12 - Tekstslide

de wortel
  • groente
  • de wortel - de wortels

  • zin: Worteltjes hebben een oranje kleur.
 

Slide 13 - Tekstslide

Als je niets hoeft te betalen, dan is het ... .

Slide 14 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'de zak'?
A
het zakken
B
de zaks
C
de zakken
D
zaaken

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb ... boodschappen opgeruimd.
(alles in de kasten)

Slide 16 - Open vraag

Op de markt kun je
verschillende ... appels kopen.

Slide 17 - Open vraag

het
fruit
de groente

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is het meervoud van 'de banaan'?
(lidwoord + woord)

Slide 19 - Open vraag

Wat is het meervoud van ?
(lidwoord + woord)

Slide 20 - Open vraag

Wat is het meervoud van ?
(lidwoord + woord)

Slide 21 - Open vraag

Wat is het meervoud van
'de sinaasappel'?
A
de sinaasappels
B
de sinaasapels
C
de sinasappels
D
het sinaasappels

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
'de boon'?
A
de boonen
B
de bonen
C
de bonnen
D
de boons

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb een krop ... gekocht.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het meervoud van
'de wortel'?
A
de wortelen
B
de wortelens
C
het wortels
D
de wortels

Slide 25 - Quizvraag