Getallen hoofdstuk 2

Getallen G.2

We gaan het vandaag hebben over het hoofdstuk getallen. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Getallen G.2

We gaan het vandaag hebben over het hoofdstuk getallen. 

Slide 1 - Tekstslide

we gaan het vandaag hebben over getallen. we gaan vandaag alles bij langs van het hoofdstuk 

Getallen

Slide 2 - Woordweb

Waar denk je aan als we het hebben over getallen en vooral over hoofdstuk 2 van deze methoden. 
Wat is een cijfer?
(Alleen één cijfer)
A
35
B
12
C
7
D
692

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarde cijfers
Cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 

8235,46

Slide 4 - Tekstslide

We moeten eerst een onderschijt maken tussen cijfers en getallen.  

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 

Een groot getal is heeft dus verschillende cijfers en zon cijfer heeft dan een bepaalde waarde. 
Miljoen
Biljoen
Miljard
Duizend
8000000000000
4000000000
3000
5000000

Slide 5 - Sleepvraag

Leerlingen maak deze sleep vraag.
de vraag is zet het goede getal bij de goede grote. 

Bedenk even voor je zelf als ik 6,2 miljoen als getal heb hoeveel nullen schrijf ik op. 
Deler / Veelvoud. 
Delers / Veelvoud 
Delers:
Je kunt 28 delen door 7. Daarom is 7 een deler van 28. 
Veelvoud:
Je kunt 35 delen door 5. Daarom is 45 een veelvoud van 5. 

Slide 6 - Tekstslide

er zijn nog meer delers zoals 1 2 4 14 28
Er zijn nog meer vervouden zoals 5 10 15 20 25 30 enz
Wat is een even getal?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een decimaal getal?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de getallen op de getallen lijn.
45/6
5,03
3,782
1,3535

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond het getal 2,536237 af op 2 decimalen en schrijf op hoe je dat hebt gedaan.

Slide 10 - Open vraag

Afgeronde antwoord is 2,54

Denk ook aan afronden met gehelen getallen. 
Afronden in praktische situaties.
Staat er bij een opgaven niet waarop je moet afronden, gebruik dan de volgende regels. 

  • Kijk goed naar de situatie waarop je moet afronden. 
  • Als je met geld bezig bent altijd op 2 decimalen afronden. 
  • Bij een contante betaling rond je af op een veelvoud van 5 cent.

Slide 11 - Tekstslide

Zijn er nog meer praktische situatie waarbij je altijd weet waarop je moet afronden. 
Wel een verhoudingstabel
Geen verhoudingstabel

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In verhouding staan.
De verhouding zo klein mogelijk maken. 
Je schrijft het op de manier, 1:6 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe nu verder?
Eerst mogen jullie feedback geven door middel van tip/top.
Hierna ga je bezig met de opdrachten van G2 (opg 10-20).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip en Top

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies