Woorden - H.3.5 - les 3

Woorden - H. 3.5
  • Terugblik vorige les
  • Doel les benoemen
  • Uitleg nieuwe woorden
  • Uitleg tegenstelling
  • Verwerking opdracht 9 t/m 20
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden - H. 3.5
  • Terugblik vorige les
  • Doel les benoemen
  • Uitleg nieuwe woorden
  • Uitleg tegenstelling
  • Verwerking opdracht 9 t/m 20

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

bekend persoon die je erg bewondert
in het midden staan, veel aandacht krijgen
wat er niet is, wat gemist wordt
graag je best ervoor willen doen
centraal staan
gemotiveerd zijn
het idool
ontbreken

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'de ervaring'?
A
mensen enthousiast maken
B
eng
C
graag willen dat iets gebeurt
D
wat je hebt geleerd door wat je hebt meegemaakt

Slide 4 - Quizvraag

de aanpak
extreem
hopen
levensgevaarlijk
opvallend
graag willen dat iets gebeurt
heel erg gevaarlijk, zo gevaarlijk dat je er dood door kunt gaan 
wat de aandacht trekt
hoe je iets gaat doen
buitengewoon, tot in het uiterste

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'aarzelen'?
A
je bent onzeker en je wacht nog even
B
nerveus, onrustig
C
de reden waarom iets gebeurt of zo is
D
de stemming

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de faalangst'?
A
het gevaar dat misschien komt
B
zenuwachtig
C
de moeite
D
angst om fouten te maken, waardoor je minder presteert

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de oorzaak'?
A
de stemming
B
de reden waarom iets gebeurt of zo is
C
de moeite
D
het zo goed mogelijk willen doen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de sfeer'?
A
de stemming, hoe het voelt om er te zijn
B
het gevaar dat misschien komt
C
nerveus, onrustig
D
de moeite

Slide 9 - Quizvraag

Woordtrainer
Oefenen met de woordtrainer via Talent hoofdstuk 3.5.

Slide 10 - Tekstslide

waar denk je aan bij
een tegenstelling

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent
D
vlug en gauw

Slide 13 - Quizvraag


Wat is geen tegenstelling?
A
Prachtig - Fantastisch
B
Dik - Dun
C
Mooi - Lelijk
D
Vroeg - Laat

Slide 14 - Quizvraag


Wat is geen tegenstelling?
A
Traag - Langzaam
B
Boven - Onder
C
Laag - Hoog
D
Gevaarlijk - Veilig

Slide 15 - Quizvraag

Maken 3.5  opdr. 10 t/m 19
timer
15:00
Vragen?
Vinger opsteken
Naar instructietafel
Hulp vragen aan buurman/buurvrouw
Klaar?
  • Woordtrainer

Slide 16 - Tekstslide