5. REPASO
1 / 48
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
¿Cuánto cuesta el jamón?
A
cincuenta euros con quince centimos
B
quarenta euros con quince centimos
C
cuarenta euros con quince centimos
D
cuarenta euros con diecicinco euros
Slide 7 - Quizvraag
¿Qué encontramos en la panadería?
Slide 8 - Open vraag
¿Qué encontramos en la frutería?
Slide 9 - Open vraag
¿De qué color son los tomates?
Antwoord met een volledige zin.
Antwoord met een volledige zin.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het verschil tussen plátanos en bananas?
Slide 11 - Open vraag
Maak de zin af: Son los _____
Slide 12 - Open vraag
Welke smaken jam worden benoemd?
A
framboos en kers
B
aardbei en perzik
C
aardbei en framboos
D
perzik en kers
Slide 13 - Quizvraag
¿Qué piensas?
A
el miel
B
la miel
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
¿Qué significa 'preferir'?
Slide 17 - Open vraag
¿Qué significa 'empezar'?
Slide 18 - Open vraag
Vervoeg: La clase de español ____ (empezar) a las 8:30.
Slide 19 - Open vraag
Vervoeg: Las tiendas _____ (cerrar) a las 18:00.
Slide 20 - Open vraag
Vervoeg: Yo _____ (tener) cinco tomates.
Slide 21 - Open vraag
Vervoeg: Tú ______ (preferir) la pizza o la pasta?
Slide 22 - Open vraag
Vervoeg: Juan y Maria ____ (querer) una botella de agua.
Slide 23 - Open vraag
Vervoeg: Eva y yo no _____ (entender) la profesora de inglés.
Slide 24 - Open vraag
Mi hermano ____ una manzana.
A
cierra
B
quiere
C
empieza
Slide 25 - Quizvraag
Mi madre y yo _____ una manzana.
A
tienemos
B
cerramos
C
quieremos
D
preferimos
Slide 26 - Quizvraag
Het is goedkoop.
Slide 27 - Open vraag
Heeft u sardientjes?
Slide 28 - Open vraag
Dat is alles.
Slide 29 - Open vraag
Heeft u een fles mineraal water?
Slide 30 - Open vraag
Geeft u mij 1,5 liter melk.
(schrijf getallen voluit)
(schrijf getallen voluit)
Slide 31 - Open vraag
Geeft u mij een halve kilo ham.
Slide 32 - Open vraag
Bij de vertaling van 'een halve kilo' en 'een halve liter' mag je in het Spaans het woordje EEN niet gebruiken.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 33 - Quizvraag
Hoeveel kosten de eieren?
Slide 34 - Open vraag
Hoeveel kost een stokbrood?
Slide 35 - Open vraag
Hoeveel kost een pakje boter?
Slide 36 - Open vraag
Hoeveel kosten de cakejes?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
COMIDA: ¿___ puedes preparar tú?
Slide 39 - Open vraag
LIBROS: ¿___ puedes reservar?
Slide 40 - Open vraag
NARANJAS: ¿____ puedes poner en la mesa?
Slide 41 - Open vraag
PLAYA: ¿___ puedes limpiar un poco?
Slide 42 - Open vraag
EJERCICIO: ¿___ puedes completar?
