Basistof 1: Verbranding

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 1: Verbranding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 1: Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Uitleg met proefje en checkvragen 1.1
Huiswerk
Bespreken



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe krijg ik de kaars aan?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

  1. Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat

  2. Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  1. Vertellen dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat
  2. Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij verbranding verdwijnt de brandstof en ontstaan nieuwe stoffen. Er komt energie vrij, bijvoorbeeld warmte. Ook in je lichaam vindt verbranding plaats.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof en koolstofdioxide
Kaarsvet = een brandstof

Voor verbranding is zuurstof nodig.  Bij verbranding komt energie vrij. 

Ook ontstaan er nieuwe stoffen: water en koolstofdioxide (gassen in de lucht -> niet zichtbaar).

Slide 7 - Tekstslide

Bij een brandende kaars komt de energie vrij in de vorm van licht en warmte. 
Zuurstof en koolstofdioxide
Bij verbranding worden een brandstof en zuurstof omgezet in water, koolstofdioxide en energie:

brandstof + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie

Slide 8 - Tekstslide

Bij een brandende kaars komt de energie vrij in de vorm van licht en warmte. 
Verbranding in een lichaam
zuurstof
glucose
energie
Beweging van je spieren (ook het hart!)
Warmte
koolstofdioxide en water

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicator 
Bij een brandende kaars ontstaan energie, water en koolstofdioxide. 

Koolstofdioxide kun je aantonen met helder kalkwater -> een indicator. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicator

Een indicator = een stof waarmee je een andere stof aantoont. 

Helder kalkwater is dus een indicator voor koolstofdioxide. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de brandstof bij: een kaars?
A
zuurstof
B
kaarsvet
C
hout
D
suiker

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de brandstof bij: de mens?
A
zuurstof
B
kaarsvet
C
hout
D
suiker

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de brandstof bij: een kampvuur?
A
zuurstof
B
kaarsvet
C
hout
D
suiker

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inspanning
Hoe meer inspanning je levert,
hoe meer brandstof en zuurstof je nodig hebt.

Hoe harder je loopt, hoe meer energie jouw cellen nodig hebben. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom sneller ademhalen bij inspanning?


Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer zuurstof nodig

Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer koolstofdioxide

                      brandstof + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveelheid energie 
Inspanning kost
natuurlijk energie.

Meer inspanning, 
meer calorien.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nodig voor verbranding?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Thema 1.1
Wat?  Lezen va blz. 8 Maken: 1-2-3-6-7-8-9-10
Hoe?   Eerst 5 minuten voor jezelf. Daarna alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we de vragen. Je kan random de beurt krijgen.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 1.1
               



timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies