4.3 de Holocaust (massamoord op de Joden door de Nazi's - les 1

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom Klas 3!


Planning:
- Leg je schoolspullen op tafel
- Pak de flitskaarten erbij.
- Bespreking leerdoelen
- Behandeling Jodenvervolging en Holocaust.
Nakijken maakwerk opdrachten
Startopdracht 10 min

- Lees paragraaf H4.3 de Holocaust door.
- Onderstreep voor jou onbekende woorden.
- Bekijk de afbeeldingen uit H4.3 en schrijf hier een begrip bij uit paragraaf H4.3

Slide 2 - Tekstslide

Kennisoverzicht
Waarom gebruiken we leerdoelen in het KO?

Wanneer heb je een leerdoel bereikt?

Leerdoelen deze les;
Je kan het begrip antisemitisme verklaren.
Je kan de verschillende lesfasen van de Jodenvervolging uitleggen.
Start opdracht: 
Schrijf alles op wat je al weet over de bovenstaande leerdoelen.

Slide 3 - Tekstslide

Geallieerden
Asmogendheden
Japan
Groot-Brittannië
Verenigde Staten
Frankrijk
Duitsland
Sovjet Unie
Italië
Nederland

Slide 4 - Sleepvraag

1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
Einde van de Hongerwinter
Duitsland valt NL binnen
Atoombommen op Japan
Duitsland valt Polen binnen
Japan valt NL-Indië binnen
Operatie Market Garden 
Bombardement op Rotterdam
Bevrijding Nederland

Slide 5 - Sleepvraag

5 mei
10 mei
14 mei
15 mei
Einde van de Hongerwinter
Duitsland valt NL binnen
Bombardement op Rotterdam
Bevrijding Nederland

Slide 6 - Sleepvraag

Holocaust

Slide 7 - Woordweb

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden.  Anti = tegen  Semtiet = joods

Al vanaf 60 v. C. worden joden in Europa gedicrimineerd. Tegenwoordig is dit nog steeds zo. 

Ook in de Middeleeuwen was er veel antisemitisme. 
Op de afbeelding zie je een pogrom. Dit is een aanval tegen een bepaalde groep waarbij de mensen worden mishandeld en vermoord. Daarnaast worden huizen en andere bezittingen stuk gemaakt en in brand gestoken. Hier worden joodse mensen worden door christenen in elkaar geslagen. 

Slide 8 - Tekstslide

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden. Anti = tegen Semtiet = joods

Al vanaf 60 v. C. worden joden in Europa gediscrimineerd. Dit betekend dat bepaalde groepen mensen slechter worden behandeld dan anderen. 


Slide 9 - Tekstslide

Rassenleer

Vanaf de 19e eeuw ontstond de rassenleer. De rassenleer is een theorie dat mensen in verschillende 'rassen' verdeeld kunnen worden én dat het ene 'ras beter is dan het andere. 

Volgens de nazi's was het Germaanse ras (Duitsers en Scandinaviers) het beste ras. Het laagste ras waren de joden. Zij waren onmensen en moesten worden uitgeroeid. 
Deze twee stagaires leggen aan basisschool kinderen uit hoe je alle verschillende 'rassen' kunt herkennen. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen
D
De leer dat mensen gelijkgesteld moesten worden aan elkaar

Slide 11 - Quizvraag

Wereldcrisis vanaf 1929



De grote armoede onder grote groepen van de bevolking 
wordt ook gebruikt om Joden tot zondebok maken:
"Wij zijn werkloos, zij hebben de mooie baantjes!"

Slide 12 - Tekstslide

Hitler wordt kanselier januari 1933



Hitler speelt in op deze gevoelens bij delen van de bevolking,
o.a. door steeds te benadrukken dat de economische crisis  
én het verlies van de oorlog de schuld is van Joden en Communisten


Slide 13 - Tekstslide


Neurenberger Rassenwetten
1935




  • Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.
  • Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger.
  • Deze wetten zijn ook bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'

Slide 14 - Tekstslide

Discriminatie
Het pesten en vernederen van joden is iets wat je in de geschiedenis veel terug kan vinden. 
Toch zie je dat in jaren voor de oorlog het antisemitisme langzaam groeit.  
In Duitsland zijn veel mensen teleurgesteld, boos en verdrietig vanwege de Eerste Wereldoorlog, veel politieke onrust en economische problemen vanwege de crisis in 1929. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kristallnacht 

Op 9 november 1838 vermoord een joodse jongen een Duitse diplomaat in Parijs.

Als reactie hierop houdt de Minister van propaganda,  Joseph Goebbels houdt een haatrede tegen Joden.
Duitsers trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen. De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Een Joodse synagoge is helemaal stukgeslagen in de Kristallnacht. 

Slide 17 - Tekstslide

De geweldplegingen van de Kristallnacht zijn een voorbeeld van:
A
Indoctrinatie
B
Discriminatie
C
Terreur
D
Intimidatie

Slide 18 - Quizvraag

Wat verstaan we onder de Kristallnacht?
A
Een heldere nacht
B
Nacht waarin de kristalindustrie grote kortingen gaf
C
Nacht in 1938 waarop Duitse Joden werden aangevallen
D
Nacht waarin Duitsland Polen aanviel

Slide 19 - Quizvraag







De nacht van 9 op 10 november 1938 krijgt de naam 'Kristallnacht' vanwege alle ramen van de huizen en winkels van joden die stuk zijn geslagen. 

Slide 20 - Tekstslide

Veel synagoges worden in brand gestoken. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze joodse mannen werden gedwongen om met een David's ster door de stad rond te lopen. 

Slide 22 - Tekstslide

Ook worden er tijdens Kristallnacht Joden opgepakt en naar Buchenwald, een concentratiekamp in Duitsland, gebracht. 

Slide 23 - Tekstslide

Tijdens de Kristallnacht in 1938 werden in heel Duitsland veel Joodse bezittingen vernield en Joden vermoord. Deze nacht wordt gezien als één van de belangrijkste gebeurtenissen van de Jodenvervolging in Duitsland vóór de Tweede Wereldoorlog.
Hieronder staan drie gebeurtenissen die de Kristallnacht mogelijk hebben gemaakt.

Zet de drie gebeurtenissen in de juiste volgorde, 
van vroeger naar later.
1
2
3
Duitsland wordt een totalitaire dictatuur.
De NSDAP wint de verkiezingen.
De rassenwetten worden ingevoerd.

Slide 24 - Sleepvraag

Uitsluiten
De Nazi's willen de jodens steeds meer buitensluiten van het gewone leven.
Er komen verschillende wetten waarin stond dat joden niet met niet-joden mochten trouwen. Niet meer bij de overheid mochten werken. Geen fiets mochten hebben. En nog veel meer... 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Door propaganda, zoals in de afschuwelijke film De Eeuwige Jood of via hun eigen krant Der Stürmer...
...slagen de Nazi's erin, het Duitse volk te hersenspoelen: Joden moet je uitsluiten!

Slide 27 - Tekstslide

Joodse wijken
Vanaf de Middeleeuwen werden joden gedwongen om in eigen wijken te wonen. In de Italiaanse stad Venetie woonden de joden in de wijk 'Ghetto Nuovo'. Hierkomt de bijnaam 'getto' vandaan. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de joden verplicht om naar deze getto's te verhuizen. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Jodenvervolging
Noem een voorbeeld van isoleren

Slide 30 - Open vraag

In de ghetto's en kampen was het leven zwaar. Er was te weinig woonruimte voor de  
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 31 - Tekstslide

Vaak was er ook niet genoeg voedsel voor iedereen.
Een grote groep mensen overleed vanwege ondervoeding. Soms stierven zij op straat, waar zijn dagenlang bleven liggen. 

Slide 32 - Tekstslide

Protest?
De Februaristaking

We bekijken de video en maken de vragen. 


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Wat was de aanleiding voor de Februaristaking?
A
Het oppakken van joden in Amsterdam
B
Het executeren van leiders van een staking
C
Het neerschieten van verzetstrijders
D
De inval in Polen

Slide 35 - Quizvraag

Waarom was de Februaristaking zo bijzonder?
A
De Nederlandse arbeiders hielden stand en de Duitsers gaven toe aan de eisen van de stakers
B
De Duitsers sloegen deze staking keihard neer en voerden vele arrestaties uit
C
De staking werd uitgevoerd door Joodse bewoners van Amsterdam
D
Het was het enige massale en openlijke protest tegen de Jodenvervolging in Europa

Slide 36 - Quizvraag

De website van het Stadsarchief over de Februaristaking is...
A
... betrouwbaar.
B
... onbetrouwbaar.

Slide 37 - Quizvraag

Deportatie
het wegvoeren van joden

Slide 38 - Tekstslide

Deportatie/ uitroeiing

Slide 39 - Tekstslide

Bedenk waarom de deportaties van joden begonnen nadat de gele davidster verplicht gesteld was.

Slide 40 - Open vraag

Bij welke fase (rechts) hoort deze stap uit de jodenvervolging?
buitensluiten
terreur
deportatie
moord
razzia's
Kristallnacht
vergassing Auschwitz
joden-ster

Slide 41 - Sleepvraag

Wat gebeurde er tijdens de Kristallnacht?
A
Het vernielen van joodse winkels
B
Joden werden gedeporteerd
C
Er werd met borden gesmeten op straat
D
Hitler voerde nieuwe wetten in

Slide 42 - Quizvraag

‘Alleen een staatsburger van Duits of vergelijkbaar bloed is een burger van het rijk. Een jood is geen burger van het Rijk. Hij heeft geen stem. Hij mag geen openbare functie vervullen.’

Welk begrip is hierbij het meest van toepassing?
Pesten - Discriminatie - Isoleren - pogrom
A
Pogrom
B
Pesten
C
Isoleren
D
Discriminatie

Slide 43 - Quizvraag

Door verdachtmakingen en angstbeelden over joden ontstonden pogroms
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een pogrom?
A
Een nieuwe wet
B
Jodenhaat
C
Uitbarsting van geweld tegen joden
D
Ketter

Slide 45 - Quizvraag

Welke onjuiste (foute) vooroordelen gebruikte de Nazi's om Jodenhaat te versterken?
A
Rekenleer
B
Rassenleer
C
Holocaust
D
Concentratiekamp

Slide 46 - Quizvraag

Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 47 - Sleepvraag

Leerdoelen check
Je kan het begrip antisemitisme verklaren
Je kan de verschillende fasen van de Jodenvervolging uitleggen met voorbeelden

Slide 48 - Tekstslide