brug 2 regionale verschillen

arm en rijk
Welkom!
Ga zitten en lees de brug 2 en leer de begrippen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

arm en rijk
Welkom!
Ga zitten en lees de brug 2 en leer de begrippen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • nakijken huiswerk
  • herhalen (begrippen)
  •  doelstellingen
  • uitleg
  • aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk en begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Vul in: In Nederland is de .... sector het grootst
A
Formele
B
Informele

Slide 4 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een beroep in de informele sector.

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent HDI?
A
Human development installation
B
Human district index
C
Human development index
D
Human digital index

Slide 6 - Quizvraag

Het HDI bestaat uit
A
BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
B
BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
C
BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
D
analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in arme landen ongeveer de armoedegrens?
A
€2,70 per dag
B
€4,70 per dag
C
€1,70 per dag
D
€3,70 per week

Slide 8 - Quizvraag

Het welzijn in een land kan je vooral zien aan ....?
A
bbp per inwoner
B
levensverwachting
C
armoedegrens
D
koopkracht

Slide 9 - Quizvraag

Bij welvaart kijken we naar ...?
A
bbp per inwoner
B
alfabetiseringsgraad
C
beroepsbevolking
D
Human Development Index (HDI)

Slide 10 - Quizvraag

In arme landen werkt het grootste deel van de beroepsbevolking in de ....?
A
landbouw (primaire sector)
B
industrie
C
dienstensector

Slide 11 - Quizvraag

doelstellingen
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, leefomgeving en gezondheid.
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid.
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere  levensverwachting. 

Slide 12 - Tekstslide

regionale verschillen
verschillen in:
  • welvaart
  • woonomgeving
  • gezondheid

Slide 13 - Tekstslide

regionale verschillen in welvaart
regionale ongelijkheid:
verschillen in welvaart tussen gebieden.

brp (bruto regionaal product) = Alles wat er in 1 jaar in een regio wordt verdiend.

Slide 14 - Tekstslide

regionale verschillen in welvaart
rijkere inkomens:
waar:
waarom:

lage inkomens:
waar:
waarom:

Slide 15 - Tekstslide

regionale verschillen in welvaart
rijkere inkomens:
waar: Randstad
waarom: mainports, grootste steden voor werkgelegenheid diensten en industrie
lage inkomens:
waar: noorden en langs de randen van Nederland
waarom: minder werk en  landbouw 

Slide 16 - Tekstslide

sociale ongelijkheid
Verschil in welvaart tussen groepen mensen.

1. opleiding
2. beroepen
3. leeftijdsopbouw
4. bevolkingssamenstelling






Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht 1 en 2
klaar? box opdracht stedelijk gebieden
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

arm en rijk
Welkom!
Ga zitten en lees de brug 2 en leer de begrippen.

Slide 19 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • herhalen (begrippen)
  •  doelstellingen
  • uitleg
  • aan de slag

Slide 20 - Tekstslide

doelstellingen
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, leefomgeving en gezondheid.
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid.
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere  levensverwachting. 

Slide 21 - Tekstslide

regionale verschillen in woonomgeving
bebouwingsdichtheid: aantal huizen per km2.

kwaliteit woonomgeving daalt door?

westen:

oosten:

Slide 22 - Tekstslide

regionale verschillen in woonomgeving
kwaliteit woonomgeving daalt door?

westen: meer bebouwing, lucht-, water - en bodemvervuiling.

oosten: minder bebouwing, intensieve landbouw -> schadelijke stoffen. stikstof en fijnstof.

Slide 23 - Tekstslide

regionale veschillen in gezondheid
randstad: hoge levensverwachting

oosten: lage levensverwachting



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Aan de slag
Maken opdracht 3, 4, 5, 6 en 7 
klaar? leer de begrippen
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide