EHBO:Verband plus hoofdwond

EHBO - Verbandleer
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

EHBO - Verbandleer

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Jullie leren welke soorten verband er zijn en hoe je deze kunt gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten verband
Snelverband
Drukverband
Wondsnelverband
Hydrofiel zwachtel
Steriel gaasje


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wat is dit voor een verband?
A
Wondsnelverbad
B
Snelverband
C
Hydrofiel zwachtel
D
Ideaalwindsel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Witte watten.
B
Hydrofiel zwachtel.
C
Synthetische watten.
D
Ideaal zwachtel.

Slide 8 - Quizvraag

Waarvoor wordt dit gebruikt?
A
Om druk uit te oefenen bij kneuzingen en verstuikingen
B
Om wonden af te dekken.
C
Om druk uit te oefenen bij doorbloedende wonden.
D
Maakt niet uit. Kun je voor alles gebruiken.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Welke eerste hulp pas je toe bij een brandwond?
A
Koelen met lauw water en normaal verbinden
B
Koelen met koud water en normaal verbinden
C
Koelen met koud water en losjes verbinden
D
Koelen met lauw water en losjes verbinden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is dit?
En waar voor dient het?
A
Niet verklevend gaas. Wondjes en brandwonden.
B
Metaline gaas. Wondjes en brandwonden.
C
Hydrofiel gaas. Wondjes.
D
Metaline gaas. Brandwonden.

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel minuten moet je minimaal koelen?

Slide 13 - Open vraag

Wat hebben jullie tijdens deze les geleerd?

Slide 14 - Open vraag

Deel B
Jullie leren hoe je een wonddrukverband aanbrengt.
Jullie leren hoe je een zwachtel aanbrengt. 
Jullie leren over een hoofdwond.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Welk verband is dit?
A
Hydrofiel zwachtel
B
Ideaal zwachtel
C
Rekverband
D
Trauma zwachtel

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de verschijnselen van een verstuiking?
A
Lichaamsdeel niet meer kunnen bewegen.
B
Zwelling en verkleuring.
C
Zwelling, verkleuring en beperkte functie.
D
Beperkte functie.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Waar is een wondsnelverband het meest geschikt voor? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Voor kleine wondjes en hoofdwonden.
B
Voor grote wonden.
C
Voor kneuzingen.
D
Handig om jezelf te verbinden.

Slide 22 - Quizvraag