Lesson 6.1 crime scene investigators

Good afternoon 2M1!
goal for this lesson:
During this lesson I am working on developing my reading skills and I know how to use abbreviations (afkortingen).
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good afternoon 2M1!
goal for this lesson:
During this lesson I am working on developing my reading skills and I know how to use abbreviations (afkortingen).

Slide 1 - Tekstslide

What do we know about
crime scene investigators?

Slide 2 - Woordweb

Zou jij deze baan willen hebben? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 3 - Open vraag

CSI is een afkorting (abbreviation) Waarvoor staat het?
A
criminal series identification
B
crime suspicious interval
C
Criminal suspects investigations
D
crime scene investigators

Slide 4 - Quizvraag

Abbreviations
De crime scene investigator wordt dus afgekort tot: CSI
Bij dit soort beroepen maken ze heel veel gebruik van afkortingen (abbreviations).

Waar let je op als je een afkorting helemaal moet uitschrijven? De eerste letter staat voor een woord... Maar kijk ook goed of je afkortingen ziet die je herkent...let's look at some examples.

Slide 5 - Tekstslide

An old unsolved criminal case
anything that has been used, left, removed, altered or contaminated during a crime
Computer analysis and response team: Examens computers
Deoxyribonucleic acid, genetic code
First officer attending a crime scene
Postmortem interval, time since death
Surveillance camera used to record crimes or to prevent crimes
The examination of a body after death
The study of the motion, behaviour and effects on bullets
Time of death, the time a person died
TOD
ballistics
autopsy
CCTV

PMI
 
FOA
DNA
CART
evidence
cold case

Slide 6 - Sleepvraag

Skim "The real CSI" on page 60 of your coursebook...What does 'skim' mean?
A
Helemaal doorlezen
B
alleen plaatjes bekijken
C
Vluchtig doorlezen
D
Scannen

Slide 7 - Quizvraag

What is the difference between
skimming and scanning a text?

Slide 8 - Woordweb

Skimming and scanning
  1. Skimming: Een tekst vluchtig doorlezen
  2. Scanning: Je zoekt specifieke dingen, bijvoorbeeld: jaartallen, of plaatsnamen

Slide 9 - Tekstslide

Reading "the real CSI"
Work for this week:
  • Lesson 6.1 (reading) till (tot en met) exercise 7
  • Note from miss Stojancic: Denk aan je luisteropdrachten... dus je taalportfolio

Slide 10 - Tekstslide