Havo-5 herhaling H2 Aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Herhaling par 1-9

* Meerkeuze vragen -> kennisvragen
* Open vragen -> toepassen/inzicht

Doel: kennis + manier van antwoorden oefenen

Convectiestromen vinden plaats in de ...

1. Aardkorst
2. Aardmantel
3. Buiten kern
4. Binnen kern

Beschrijf wat het verschil is tussen een midoceanische rug en diepzee trog. Ga in op de ligging van beide.

Aardkorst

onderwatergebergte

Aardkern

Graniet

diepzeetrog

Lithosfeer

midoceanische rug

radioactieve warmteproductie

kloof in de oceaan

continentale korst

Bij een midoceanische rug is er sprake van...

1. Convergentie
2. Divergentie
3. Transforme plaatbeweging
4. Zowel convergentie als divergentie

Plaattektoniek

Beschrijf waarom er bij Indonesië wel kans is op een aardbeving en bij Madagascar niet. (oorzaak/gevolg)

Beschrijf wat er gebeurd bij een subductiezone

Welke twee woorden horen bij een divergente plaatbeweging

1. Schildvulkaan, explosieve uitbarsting
2. Stratovulkaan, explosieve uitbarsting
3. Schildvulkaan, effusieve uitbarsting
4. Stratovulkaan, effusieve uitbarsting

Beschrijf in eigen woorden waarom wat er zo bijzonder is aan het vulkanisme op Hawaii.

Leg uit dat er een uitbarsting van een stratovulkaan vaak vooraf wordt gegaan door aardbevingen. (oorzaak/gevolg)

Welke vorm is geen mechanische verwering

1. Vorstverwering
2. temperatuursverschillen
3. Uiteenvallen door plantenwortels
4. oplossen van kalksteen in water

Beschrijf het proces op de vorige afbeelding
(oorzaak/gevolg + begrip)

Waarom vind ik chemische verwering vaak in tropische gebieden?
(oorzaak/gevolg)

Door ontbossing..

1. neemt de sponswerking af
2. neemt sponswerking toe
3. blijft de sponswerking ongeveer gelijk

Waarom neemt de stroomsnelheid van een rivier af in de middenloop/benedenloop. Gebruik het woord verhang in je antwoord.

Op de vorige foto zag je een dal.
Beschrijf het type dal en het ontstaan ervan.

Als je de onderstaande processen in chronologische volgorde moet zetten. Welke komt dan als laatste?

1. Verwering
2. Erosie
3. Rivierstransport
4. Aardverschuivingen

Leg uit dat verwering vóór aardverschuivingen plaatsvind.

Beschrijf hoe de stroomsnelheid voor de kust en de stroomsnelheid van de rivier is bij de vorming van een delta

Welke kenmerk past het beste bij een delta?

1. De rivier stroomt snel in de delta
2. De delta ontstaat door erosie
3. Er vindt veel sedimentatie plaats
4. Er is slechts een geul

Noteer in 5 steekwoorden welke weg een gesteente aflegt van hooggebergte naar de duinen.

De Himalaya is een voorbeeld van een ...

1. plooiingsgebergte
2. breukgebergte
3. jong gebergte
4. gebergte ontstaan door vulkanisme

In Oost-Afrika bewegen de platen uit elkaar. Welke type vulkanisme komt vind je hier?

Wat is geen voorbeeld van een exogeen proces

1. Erosie
2. Verwering
3. de zon
4. convectiestroming

Noem 2 voorbeelden van een oud gebergte en 2 voorbeelden van een jong gebergte

Beschrijf een verschil tussen een jong en oud gebergte
Ga hierbij in op een "uiterlijk" kenmerk

snel afkoelen en stollen

sedimentatie uit stilstaand water

onder zeer oge druk samengeperste kalksteen

langzaam afkoelen en stollen

een en al fossielen

Graniet

Zandsteen

basalt

mamer

kalksteen

Geef met een oorzaak/gevolg relatie aan dat in stollingsgesteente geen fossielen voorkomen.

EINDE