In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
2.4 De verspreiding van de Griekse cultuur
Slide 1 - Tekstslide
2.4 De verspreiding van de Griekse cultuur
Hebben we allemaal een fijne vakantie gehad?
Slide 2 - Tekstslide
Vraag aan jullie:
Steek je vinger op!
1. Herken jij één van deze gebouwen?
2. Wat hebben ze gemeen?
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag:
Laatste 'nieuwe' paragraaf voor de toetsweek!
1. Wat hebben we ook alweer allemaal geleerd?
2. De verspreiding van de Griekse cultuur
3. Invloed van de Griekse cultuur
4. Huiswerk
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen:
Je kunt voorbeelden van de Griekse bouw- en beeldhouwkunst herkennen.
Je kunt uitleggen hoe de Griekse cultuur zich heeft verspreid.
Je kunt uitleggen waarom mensen in het Westen de Griekse cultuur belangrijk vinden.
Slide 5 - Tekstslide
1. Wat hebben we ook alweer allemaal geleerd?
Er komt een kleine quiz aan!
Gebruik deze om jezelf te testen.
Ken je het allemaal makkelijk?
Of is de vakantie toch een grote gum geweest.
Slide 6 - Tekstslide
Een Griekse stadstaat heet ookwel een:
A
Politici
B
Polis
C
Burgerrecht
D
Bert
Slide 7 - Quizvraag
Wat was niet in elke polis hetzelfde?
A
De taal
B
De politiek
C
De bouwkunst
D
De goden
Slide 8 - Quizvraag
Wie van deze groepen mocht stemmen in de Atheense democratie?
A
Slaven
B
Vrouwen
C
Mannen
D
Buitenlanders
Slide 9 - Quizvraag
Waarom mochten alleen deze mannen stemmen?
Slide 10 - Open vraag
Een bestuursvorm waarbij de beste mannen de leiding hebben heet een
A
Tirannie
B
Democratie
C
Aristocratie
D
Monarchie
Slide 11 - Quizvraag
Demeter was de godin van de ???
A
Landbouw
B
Vuur
C
Huis en huwelijk
D
Oorlog
Slide 12 - Quizvraag
Plato, socrates en Aristoteles waren?
A
Wetenschappers
B
Goden
C
Gyros
D
Filosofen
Slide 13 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit. Wat doen filosofen?
Slide 14 - Open vraag
Hoe ging die?
Alles een beetje blijven hangen?
Het is tijd voor de nieuwe stof!
Laptops weg, aantekeningen erbij.
Slide 15 - Tekstslide
De Griekse cultuur
Cultuur = Alles wat mensen maken of doen.
Wat jullie al kennen (hoop ik)
- Bestuursvormen
- Burgerrechten
- Religie
Maar er is meer:
Slide 16 - Tekstslide
Architectuur (hoe je gebouwen bouwt)
Tempels = voor god dus moet mooi!
Spieken bij de buren
+
Wiskunde
=
Slide 17 - Tekstslide
Kunst
Slide 18 - Tekstslide
Oke, oke oke
Griekse cultuur is dus kunst, bouwerken, taal, religie en politiek.
EN wat dan nog?
leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe de Griekse cultuur zich heeft verspreid.
Slide 19 - Tekstslide
800 V.Chr
Griekse cultuur in Griekenland.
Maar dat gaat zich verspreiden
Dat gebeurt in 2 fases of golven:
800 - 700 V.chr Kolonisatie
330 V.chr Alexander de Grote
Slide 20 - Tekstslide
1. Kolonisatie
vanaf 800 v.chr --> Bevolkingsgroei in Griekenland
meer eten nodig
meer land nodig
verspreiding cultuur
Slide 21 - Tekstslide
2. Alexander de Grote
Alexander was een Macedoniër (Griek of niet?)
SUPER GOEDE GENERAAL~!
Hij wil eenheid in zijn (grote) land. Dus laat hij overal de Griekse
cultuur verspreiden.
Leiders moeten Grieks spreken
Griekse goden aanbidden
Griekse gebouwen en kunst maken.
Slide 22 - Tekstslide
Grieks wordt de belangrijkste cultuur
in Europa door kolonisatie
In het oosten door Alexander de Grote
Hoe noem je eigenlijk iemand die niet 'Grieks' is?
Barbaar
Slide 23 - Tekstslide
Nu jullie!
Lees "De invloed van de Griekse cultuur'
eerst in stilte voor jezelf door
timer
6:00
Slide 24 - Tekstslide
Beantwoord de volgende vragen in je schrift.
Neem de drie redenen over waarom wij ons 'grieks' vinden over in je eigen woorden in je schrift.
1. Maak een rangschikking. Welke reden is het belangrijkst? Welke het minst en welke zit daartussen in? Geef steeds aan waarom je dat vindt.
timer
10:00
Slide 25 - Tekstslide
Vergelijk
Vergelijk je mening over de redenen eens met je buurman/buurvrouw/buurpersson.
Hebben jullie hetzelfde? Om dezelfde redenen? Waarom wel? Waarom niet?
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk:
Maak:
Wat kay nu gaat zeggen want ik had mijn boek niet meegenomen naar huis voor de vakantie dus ik weet niet precies welke opdrachten het waren, maar waarschijnlijk heeft hij in de les wel ergens tijd gevonden om dat te bekijken. Kortom maak wat Kay zegt, of opschrijft. DOE GEWOON WAT KAY ZEGT.