Les 10

Inrichting steden: leefbarheid, forensisme, congestie en herinrichting. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inrichting steden: leefbarheid, forensisme, congestie en herinrichting. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Nakijken (13 min)
Introductie (5 min)
Leerdoelen (2 min)
Uitleg + verwerking leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit (20 min)
Aan het werk (10 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken
Hoe
- Bedenk welke vraag wil je echt nagekeken wilt hebben (2 min)
- Docent verzamelt de vragen die jullie nagekeken willen hebben (1 min)
- Docent vraagt wie het antwoord weet en geeft beurten -> geef je antwoord/ leg uit (10 min)

Tijd: 15 minuten

Wat? 
Werkboek paragraaf 2.9 vraag 1
Werkboek paragraaf 2.6 vraag 1 + 2 + 3
Werkboek blz. 75 vraag 23

timer
13:00

Slide 5 - Tekstslide

Introductie: waar zou jij liever wonen?
Wat: je ziet zo meteen 2x 2 foto's.
Schrijf op je wisbordje waar je liever zou wonen ->
Ronde 1: foto A of foto B
Ronde 2: foto C of foto D

Hoe: alleen + zonder te praten

Tijd: 1 minuut per ronde

Extra: Bedenk voor jezelf waarom je liever op de ene plek dan op de andere wilt wonen.

Slide 6 - Tekstslide

leefbaarheid



Zou je liever hier wonen? Foto A
Ronde 1

Slide 7 - Tekstslide

leefbaarheid



Of toch liever hier? Foto B

Slide 8 - Tekstslide

leefbaarheid



Zou je liever hier wonen? Foto C
Ronde 2

Slide 9 - Tekstslide

leefbaarheid



Of toch liever hier? Foto D

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. aan de hand van argumenten uitleggen waarom jij ergens wel of niet wilt wonen;
2. de begrippen forensisme, congestie, stedelijke herinrichting en leefbaarheid uitleggen;
3. het verband tussen de begrippen forensisme, congestie, stedelijke herinrichting en leefbaarheid uitleggen;
4. tenminste 2 voorbeelden geven van stedelijke herinrichting in Amsterdam; 
 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht Meester Sligman
Meester Sligman woont in Andijk, maar werkt in Amsterdam.
Elke dag reist meester Sligman met de auto naar zijn werk. Hij doet daar 50 minuten over.
Iemand die iedere dag op en neer reist tussen huis en werk noemen we een forens.

Meester Sligman vertrekt iedere dag al om 07.00 van huis omdat hij anders in de file staat.
Maar meester is dat vroege opstaan wel zat en gaat uitzoeken of hij niet beter met het ov naar het werk kan.

Jullie gaan hem daarbij helpen. 





Slide 12 - Tekstslide

Opdracht Meester Sligman
Wat: 
Zoek uit hoe laat meester Sligman op school is als hij met het ov gaat en om 07.00 vanuit huis vertrekt

Gegevens:
Adres meester Sligman: Dijkweg 390 in Andijk
Adres school: tweede Constantijn Huygensstraat 31 in Amsterdam 

Hoe: Werkblad versie A of B + in tweetallen

Hulp: Overleg met elkaar, gebruik het internet. Lukt het echt niet dan roep je de juf.

Hoofdvraag: Is het ov een optie voor meester Sligman? Waarom wel of waarom niet?





timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Verhuizen naar het dorp
In de jaren '70 werd de stad minder populair -> de stad was vies, druk, lawaaiig en er was veel criminaliteit.
Mensen gingen verhuizen naar dorpen in de buurt van de stad.

Op je wisbordje ->
Hoe heet deze verhuisbeweging van stad naar platteland ook al weer?
(Praat niet, kijk niet bij anderen, 30 seconden, 
weet je het niet noteer dan een vraagteken.)

Slide 14 - Tekstslide

Congestie
Mensen verhuisden naar de dorpen in de buurt van de stad zodat ze wel in de stad konden blijven werken en gebruik konden maken van de voorzieningen van de stad (denk aan winkels, restaurants, theater, bioscoop, enz.)
Dus....
Iedere dag stapten de mensen uit de omliggende dorpen om 07.00 in de auto om naar hun werk in de stad te gaan.
En iedere dag om 17.00 reden ze weer terug naar hun huizen in de omliggende dorpen.

In je schrift: Mensen die iedere dag op en neer reizen 
tussen huis en werk noemen we een forenzen
Gevolg van dat op en neer reizen: 
er ontstond congestie op de wegen (=opstopping) -> files.

Slide 15 - Tekstslide

Leefbaarheid en herinrichting
Elke dag in de file staan vonden mensen ook niet leuk...
En daar speelden de steden op in -> ze gingen de leefbaarheid van de stad verbeteren.

In je schrift:
Leefbaarheid = wil je ergens wel of niet wonen en waarom dan?
Kenmerken waar je bij leefbaarheid op let zijn:
- Soort en kwaliteit van de huizen
- Onderhoud
- Sociale contacten
- Groenvoorziening
- Voorzieningen min de buurt
- Criminaliteit
- Hoeveelheid verkeer, parkeerplaatsen + ov
- Geluidsoverlast

Slide 16 - Tekstslide

Leefbaarheid en herinrichting
Steden verbeterden de leefbaarheid door herinrichting:
- Bedrijven en fabrieken werden verplaatst naar terreinen buiten de stad;
- De leeggekomen bedrijven en fabrieken in de stad kregen nieuwe functies -> wonen, horeca of uitgaan;
- Doorgaande wegen werden om de stad heen gelegd, waardoor er minder verkeer in de stad zelf is.


Java-eiland: vroeger haven
Nu ruime, luxe woningen
De Hallen: vroeger stalling voor trams. Nu foodhal.
Slotervaartziekenhuis nu centrum voor zorg, werk en wonen.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. aan de hand van argumenten uitleggen waarom jij ergens wel of niet wilt wonen;
2. de begrippen forensisme, congestie, leefbaarheid en stedelijke herinrichting uitleggen;
3. het verband tussen de begrippen forensisme, congestie, leefbaarheid en stedelijke herinrichting uitleggen;
4. tenminste 2 voorbeelden geven van stedelijke herinrichting in Amsterdam; 
 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Werkblad examenvragen 1 tm 5

Hoe: alleen

Hulp: tekstboek


Klaar? 
Maak examenvraag A


Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Werkblad examenvragen 1 tm 3

Hoe: met de groep

Hulp: groep, tekstboek en als het echt niet lukt de docent

Klaar? 
Maak examenvraag B


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide

Introductie
Examenvraag

Noteer het juiste antwoord op je wisbordje.

  • Praat niet
  • Zorg dat niemand je antwoord ziet.
  • Draai je bordje pas om als de docent het vraagt.

Slide 21 - Tekstslide

Noteer op je post-it het verband tussen
forensisme, congestie, leefbaarheid en herinrichting.
Maak een logisch verhaal dat iedereen snapt.
Denk aan hoofdletters en punten.

Slide 22 - Open vraag

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Huiswerk
Leren: topografie Duitsland
Leren: les 9 + 10
Afmaken examenvragen van deze les

Slide 24 - Tekstslide