Les 2 Doel en Hoofdgedachte Nu Nederlands

H1.1 teksten verkennen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1.1 teksten verkennen

Slide 1 - Tekstslide

Licentie
Vóór 21 november:Aanschaf licentie
niveaubepaling (dit kan in de licentie)
Einddoel: Nederlands afronden 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe verken je een tekst?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Les 1.2 doel en hoofdgedachte

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Stukje herhaling vorige week 
  • Theorie 1.2 doel en hoofdgedachte
  • Samen opdracht 1
  • Zelfstandig aan de slag met 1.2 (opdracht 5) 

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt bepalen welk doel een maker met zijn tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt, zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.

Slide 9 - Tekstslide

Ik kijk naar de titel, vetgedrukte woorden en de plaatjes.
Nu lees ik.....
A
Globaal
B
Zoekend
C
Verkennend lezen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke leesstrategie lees je de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's en vervolgens (vluchtig) de hele tekst ?
A
Verkennend lezen
B
Precies/nauwkeurig lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 12 - Quizvraag


                    terugblik

Slide 13 - Tekstslide

Het boek
Wat zegt het boek hierover? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een tekst waarvan het doel is de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer ten slotte zijn eigen mening kan vormen.
EEn tekst die bedoeld is om mensen te overtuigen.
Een tekst met als doel de lezer te informeren over een onderwerp.  Gebaseerd op feiten en objectief.
Een advertentie die wordt gepresenteerd als een informatief of instruerend artikel.
Betoog
Advertorial

Beschouwing
Uiteen-zetting

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoofdgedachte en onderwerp
De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin! Kijk hiervoor in de inleiding

Het is dus niet de titel, want dan spreek je van het onderwerp.
Een onderwerp is kort en krachtig (één of twee woorden).

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst
A
GPS-dienst
B
GPS-dienst pizzaketen
C
pizzaketen
D
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
B
Deze tekst heeft geen hoofdgedachte.
C
Domino's
D
GPS-dienst pizzaketen.

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Goed gedaan

Slide 29 - Tekstslide