221116_M2A_verkleinwoorden

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga 5 minuten lezen.



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga 5 minuten lezen.



Slide 1 - Tekstslide

Les van vandaag
Uitleg over verkleinwoorden en oefenen hiermee.

Doel: Je kunt verkleinwoorden correct spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat plak je achter een zn om er een verkleinwoord van te maken?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welk verkleinwoord is correct geschreven?
A
barretje
B
bikini'tje
C
chocolaadje
D
dineetje

Slide 8 - Quizvraag

Welk verkleinwoord is correct geschreven?
A
euro'tje
B
koningkje
C
logeetje
D
playboy-tje

Slide 9 - Quizvraag

Welk verkleinwoord is correct geschreven?
A
ponytje
B
pyjamaatje
C
souveniertje
D
taxi'tje

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
jockeytje
B
jockey'tje

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
babietje
B
baby'tje

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste verkleinwoord in.
A
woningje
B
woninkje
C
woningkje

Slide 13 - Quizvraag

Zelf werken
Maak
Opdracht 1 t/m 6, p. 136-137.
Hoe
In je schrift
Hoe lang
10 minuten
Hulp
Theorie blz. 136.
Lezen als je klaar bent.

Slide 14 - Tekstslide

Vrijdag
  • Huiswerk nakijken.
  • Spelling H6 en moeilijke woorden.

Slide 15 - Tekstslide