Lundi le 11 novembre (B1e-s46)

Salut tout le monde!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Salut tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
- huiswerk bespreken
- écouter/parler
- uitleg grammaire 2: de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs
Leren/Herhalen:
> Leren: U2 apprendre 2 en 4 FR-NL p. 68-69
> MO voorbereiden: vragen 5 tot met 10 (rollen A en B)

(Af)maken: 
U2 grammaire 2 ex. 16 a-b p. 58



Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
> Leren: U2 Apprendre 2 FR-NL p. 68

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
> U2 ex. 17 p. 62 (uitwerken in je schrift, 2 foto’s), 
Hulp bij ex 17: kijk naar app 3, 5 en 7


Slide 5 - Tekstslide

U2 ex. 17 p. 62
Voorbeelduitwerking foto 1:
C’est Adam. Il a douze ans. Il habite quinze, Place de l’Église à Calais. Il est en cinquième C. Son meilleur ami s’appelle Arthur.

Voorbeelduitwerking foto 2:
C’est Inès. Elle a treize ans. Elle habite dix, Boulevard Saint-Jacques à Paris. Elle est en cinquième A. Sa meilleure amie s’appelle Lily.

Slide 6 - Tekstslide

Ecouter/Parler
U2 maken ex 19-21 p. 62-63 samen

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg grammaire 2: bezittelijke voornaamwoorden

apprendre 5 p. 69-70

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een
bezittelijk voornaamwoord?
A
Het geeft een persoon, dier of ding aan
B
Het geeft aan van wie iets is.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
Hij
B
Hem
C
Zijn
D
Is

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

______________(mijn) amies
A
mes
B
mon
C
ma
D
ton

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) horloge
A
ma
B
mon
C
ta
D
ton

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) livres
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) tante
A
son
B
ses
C
sa

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen
haakjes. Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) frère
A
ton
B
ta
C
mon
D
ma

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) bureau
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) école
A
ton
B
ta
C
mon
D
ma

Slide 17 - Quizvraag

Maakwerk

Je begrijpt de bezittelijke voornaamworden en kan het toepassen rond het thema familie.


Faire: maken: U2 ex. 16 a-b p. 58



Leerwerk

  • Apprendre: Leren: U2 Apprendre 4 FR-NL p. 69
  • Réviser: Herhalen: U2 Apprendre 2 FR-NL p. 68
  • Préparer: voorbereiden MO vragen 5 tot met 10 (rollen A en B)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide