6.3 Relais

Hst 6.3 Het Relais
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 6.3 Het Relais

Slide 1 - Tekstslide

Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Blauwe woorden 
  • Bespreken huiswerk 
    (Vragen beantwoorden)
  • Uitleg Relais
  • Huiswerk / aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan mijn fouten in mijn huiswerk uitleggen in correcte antwoorden
  • Ik kan de onderdelen van een relais benoemen of aanwijzen bij een plaatje of foto
  • Ik kan kiezen welk relais-contact ik gebruik in een schakeling en mijn keuze beargumenteren.

Slide 3 - Tekstslide

Blauwe woorden
  • spoel
  • noord- en zuidpool
  • maak- en breekcontact
  • reedcotact (+)

Slide 4 - Tekstslide

Een NTC heeft bij een temperatuur van 20 °C een waarde van 250 Ω.

Wat gebeurt er met de weerstandswaarde van deze NTC als de temperatuur stijgt tot 40 °C?
A
De weerstandswaarde van de NTC blijft dan gelijk
B
De weerstandswaarde van de NTC wordt groter
C
De weerstandswaarde van de NTC wordt kleiner

Slide 5 - Quizvraag

Een NTC wordt vaak in serie geschakeld met een gewoon weerstandje.
Waarom gebeurt dit?
A
Om ervoor te zorgen dat de NTC op temperatuur blijft
B
Om t evoorkomen dat de NTC te koud wordt en niet meer werkt
C
Om te voorkomen dat de NTC te heet wordt en doorbrandt
D
Om een reden die niets te maken heeft met de temperatuur

Slide 6 - Quizvraag

Waaruit bestaat een bi-metaal?
A
Uit twee metalen strips
B
Uit drie metalen strips
C
Uit twee kunststof strips
D
uit drie kunststof strips

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een (recht) bi-metaal van temperatuur verandert?
A
Het bi-metaal wordt kouder
B
Het bi-metaal wordt warmer
C
Het bi-metaal blijft recht
D
Het bi-metaal trekt krom

Slide 8 - Quizvraag

Blauwe woorden
  • Open je boek op blz 118 (6.3 Het relais)
  • Kijk naar de blauwe woorden en zoek -zo nodig- naar een betekenis (5 min)
  • SJA vraagt random ll-en naar de betekenis van de blauwe woorden van 6.3

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg Relais
Let op, en maak aantekeningen !
  • Onderdelen
  • aansluitingen / contacten
  • (ver)breek contact
  • maak contact
  • toepassingen

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg Relais contacten

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg Waarom een relais?
  • SJA vraagt je mee te denken naar een antwoord
    (Hij stelt sturende vragen...)

  • Conclusie:
    - Veiligheid
    - centrale aansturing

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg Reedcontact
  • Wordt gebruikt als schakelaar / sensor
  • Werkt in een magnetisch veld
  • Toepassingen:
    - positie/niveau sensor
    - fietscomputer/ km-teller

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk 
Maken: 6.3 t/m vraag 42

Als je klaar bent laat je dat SJA weten.
afhankelijk van de tijd verteld hij wat je verder kan maken.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voordeel van een relais
A
Detecteren of een schakeling geopend of gesloten is.
B
De stroomrichting één kant op laten gaan.
C
Een grote stroomkring schakelen met een kleine stroom.
D
De spanning verlagen tot een veilig niveau.

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel stroomkringen zijn er in een schakeling met een relais?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Wat is er nodig om een reedcontact te sluiten of te openen?
A
Stroom bij de basis
B
Magneet
C
Spoel
D
schakelaar

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer loopt er een stroom door een reedcontact (uiteraard in een verder gesloten schakeling)?
A
Als er een lampje in de schakeling is opgenomen
B
Als er een weerstand in de schakeling is opgenomen
C
Als een magneet zich bevindt in de buurt van een reedcontact
D
Als een stukje ijzer zich bevindt in de buurt van een reedcontact

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet een reedcontact als je er een magneet bij houdt?
A
Licht geven.
B
De magneet aantrekken.
C
Zorgen voor een gesloten stroomking.
D
Geluid geven.

Slide 21 - Quizvraag

Hulp
  • Lees de lesstof (nog eens) door 
    In je boek of online NOVA
  • Vraag een klasgenoot
  • mail SJA
    (sja@scholenaanzee.nl) 

Slide 22 - Tekstslide

Extra stof

Slide 23 - Tekstslide