les 2

Een doelstelling moet SMART geformuleerd zijn. Waar staat de afkorting SMART voor?
A
situatie, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden
B
specifiek, manier, accepteren, realiseren en tijdsgebonden
C
situatie, meetbaar, analyseren, realistisch en tijdsgebonden
D
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
MarktonderzoekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Een doelstelling moet SMART geformuleerd zijn. Waar staat de afkorting SMART voor?
A
situatie, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden
B
specifiek, manier, accepteren, realiseren en tijdsgebonden
C
situatie, meetbaar, analyseren, realistisch en tijdsgebonden
D
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden

Slide 1 - Quizvraag

de volgorde van een probleemanalyse is als volgt:
A
relevantie, doelstelling, probleemstelling, vraagstelling
B
relevantie, doelstelling, vraagstelling, probleemstelling
C
relevantie, vraagstelling, probleemstelling, doelstelling
D
relevantie, probleemstelling, doelstelling, vraagstelling

Slide 2 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. Deskresearch is een vorm van marktonderzoek waarbij de marktonderzoeker bestaande gegevens gebruikt.
2. Fieldresearch is een vorm van marktonderzoek waarbij de marktonderzoeker bestaande gegevens gebruikt.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke stelling (en) zijn juist:
1. Een voorbeeld van een SMART doel is: Ik wil het examen Marketing halen.
2. een voorbeeld van een SMART doel is: Eind 2017 wil Zara 90% meer omzet halen dan vorig jaar.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beiden zijn juist
D
beiden zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

HEMA wil inzicht krijgen in de doelgroep studenten. Tijdens dit onderzoek worden er vooral waarom vragen gesteld. Welke type onderzoek gebruikt HEMA?
A
verkennend
B
verklarend
C
beschrijvend
D
deskresearch

Slide 5 - Quizvraag

de juiste volgorde van het onderzoeksproces is: Probleemanalyse, marktonderzoeksplan, verzamelen van gegevens, analyseren en interpreteren van de data, rapporteren en presenteren. Is dit:
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Mascha Feoktistova heeft sinds kort een nieuw product op de markt gebracht: De Mascha Planner. Hierin kun je wekelijks bijhouden wat je gaat doen. Het proces van een nieuw product op de markt te brengen begint met marktonderzoek. Mascha heeft een enquete ingezet om te achterhalen wat de doelgroep belangrijk vindt. Welk type onderzoek gebruikt ze?
A
verkennend
B
verklarend
C
beschrijvend
D
Fieldresearch

Slide 7 - Quizvraag

Apple wil eenmalig onderzoeken hoe tevreden de klanten in Amsterdam zijn. Welke methode wordt hier gebruikt?
A
panel
B
trend
C
adhoc
D
survey

Slide 8 - Quizvraag

Albert Heijn wil weten of de klanten tevreden zijn over de inrichting van de winkel. Welk type onderzoek gebruikt AH om dit te onderzoeken?
A
Observatie
B
groepsdiscussie
C
mystery shopping
D
experiment

Slide 9 - Quizvraag

ROC Midden Nederland wil inzicht krijgen in de wensen van de doelgroep. Welk onderzoek gebruikt ROC Midden Nederland?
A
meningonderzoek
B
kwalitatief onderzoek
C
kwantitatief onderzoek
D
kwaliteit onderzoek

Slide 10 - Quizvraag

Team 4 is een marktonderzoeksbureau dat beschikt over een groep mensen die meedoen aan verschillende onderzoeken. Hoe noemen we iemand die meerdere keren meedoet aan een onderzoek?
A
panel
B
trend
C
adhoc
D
survey

Slide 11 - Quizvraag

Het doel van Sales Promotion is verkoop bevorderen op korte termijn. Uit welke 3 doelgroepen is Sales Promotion gericht
A
consumentenpromotie, handelspromotie en verkooppromotie
B
consumentenpromotie, winkelpromotie en verkooppromotie
C
consumentenpromotie, winkelpromotie en sales promotion
D
consumentenpromotie, handelspromotie en vsales force promotie

Slide 12 - Quizvraag

De groep die onderzocht is, is een goede afspiegeling van de gehele onderzoekspopulatie. Hoe wordt dit genoemd?
A
nauwkeurigheid
B
betrouwbaarheid
C
representativiteit
D
validiteit

Slide 13 - Quizvraag