Martialis 3.38 (blz. 197)

Martialis 3.38
Voor een goed mens is het moeilijk leven in Rome
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Martialis 3.38
Voor een goed mens is het moeilijk leven in Rome

Slide 1 - Tekstslide

regel 1-2
Quae te causa trahit vel quae fiducia Romam,
  Sexte? Quid aut speras aut petis inde? Refer

Welke reden/motief of welke verwachting brengt je naar Rome, Sextus? Wat (of) hoop je of tracht je daarvandaan * te bereiken?
*Martialis schrijft dit gedicht in N. Italië, niet in Rome

Slide 2 - Tekstslide

regel 3-4
‘Causas’ inquis ‘agam Cicerone disertior ipso
 atque erit in triplici par mihi nemo foro.’

'Ik zal welsprekender dan Cicero zelf processen voeren,’ zeg je, ‘en er zal niemand gelijk aan mij zijn op de drie Fora.’ 

Slide 3 - Tekstslide

regel 3 Cierone ipso
Waarom ablativus?
A
abl. abs.
B
bijwwoordelijke bepaling bij causas agam
C
abl. comparationis bij disertior

Slide 4 - Quizvraag

Wat is kort gezegd Sextus ambitie?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

regel 5-6
Egit Atestinus causas et Civis – utrumque
 noras – ; sed neutri pensio tota fuit.

Atestinus en Civis voerden processen – je kende elk van beiden –; maar geen van beiden kon zijn hele huur betalen. 

Slide 7 - Tekstslide

Krijgt Sextus hetzelfde advies als Laurus uit gedicht 2.64
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

advocaat worden?
2.64 Laurus: ja, er is werk zat
3.38 Sextus: nee, geen droog brood mee te verdienen

Slide 9 - Tekstslide

regel 7-8
‘Si nihil hinc veniet, pangentur carmina nobis:
 audieris, dices esse Maronis opus.’

Als hiervandaan niets zal komen, zullen er door ons/mij gedichten gemaakt worden: als je deze zult hebben gehoord, zul je zeggen dat ze een werk van Maro zijn.’ 

Slide 10 - Tekstslide

regel 7 hinc - wat wordt bedoeld
A
Rome
B
het beroep van advocaat

Slide 11 - Quizvraag

Wat is kort gezegd Sextus tweede ambitie?

Slide 12 - Open vraag

r.8 audieris, dices
wat is waar?
A
beide vormen zijn coniunctivus
B
beide vormen zijn indicativus
C
audieris is coni., dices is indic.
D
audieris is indic., dices is coni.

Slide 13 - Quizvraag

regel 9-10
Insanis: omnes, gelidis quicumque lacernis
sunt ibi, Nasones Vergiliosque vides.

Je bent niet goed bij je hoofd: je ziet dat allen, wie ook maar  daar zijn met/in hun koude kleren, dichters als Ovidius en Vergilius zijn. 

Slide 14 - Tekstslide

Insanis: omnes ...
Welk voegwoord zou je kunnen invullen op de plek van de : ? Oftewel: wat voor asyndeton is dit?
A
neutraal: en
B
adversatief: maar
C
explicatief: want

Slide 15 - Quizvraag

regel 11-12
‘Atria magna colam.’ Vix tres aut quattuor ista
 res aluit, pallet cetera turba fame.

Ik zal grote ontvangstzalen bezoeken.’ Die bezigheid heeft met moeite drie of vier (mensen) gevoed, de overige menigte/de rest van de menigte is bleek door de honger. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is Sextus derde optie? Wat wil hij worden? Antwoord = 1 Latijns woord

Slide 17 - Open vraag

Martialis vindt alle opties slecht om dezelfde reden. Welke reden is dat?

Slide 18 - Open vraag

regel 13-14
‘Quid faciam suade: nam certum est vivere Romae.’
 Si bonus es, casu vivere, Sexte, potes.
Adviseer (mij) wat ik moet doen: want ik ben vastbesloten in Rome te leven.’ Als je fatsoenlijk bent, Sextus, kun je van het toeval/van dag tot dag leven.


Slide 19 - Tekstslide

Wat moet je blijkbaar zijn om het te maken in Rome?

Slide 20 - Open vraag

vertaling Frans van Dooren r. 13-14 (vraag 6)
'Wat moet ik dán? Geef mij eens raad,
want ik blijf hoe dan ook in Rome!'
Gedraag je goed, dan ben je in staat
door toeval aan de doos te ontkomen.

Slide 21 - Tekstslide