Schrijfwijze van getallen H3

Spelling H3 : schrijfwijze getallen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling H3 : schrijfwijze getallen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een wederkerend voornaamwoord?
A
schamen
B
elkaar
C
uitsloven

Slide 2 - Quizvraag

Zij hebben zich gisteren erg vergist.
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
A
Zij
B
zich
C
erg
D
vergist

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb me vorige week aan mijn werkgever voorgesteld.
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
A
vorige
B
Ik
C
mijn
D
me

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de wederkerende voornaamwoorden?
A
ik, jij, hij, zij, wij, jullie
B
de, het, een
C
me, je, zich, u, ons
D
hij, hem, ze, zij, haar

Slide 5 - Quizvraag

Het woord "hun" kan een persoonlijk, een bezittelijk en een wederkerend voornaamwoord zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Elkaar is altijd een wederkerend voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Het woord "je" kan een persoonlijk, een bezittelijk en een wederkerend voornaamwoord zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is ook alweer een wederkerig voornaamwoord?
A
'Me' in de zin: Ik vergis me
B
'Elkaar' in de zin: we hebben elkaar gemist.

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoel
Je weet in welke gevallen getallen met cijfers of met letters geschreven moeten worden.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 11 - Quizvraag

Filmpje
Uitleg over de schrijfwijze van getallen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 14 - Tekstslide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 15 - Tekstslide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 16 - Tekstslide

Check!

Slide 17 - Tekstslide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 18 - Quizvraag



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 19 - Quizvraag


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 20 - Quizvraag


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 21 - Quizvraag

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 22 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig aan de schrijfwijze van getallen?

Slide 23 - Open vraag

Ik weet de schrijfwijze van getallen in verschillende situaties
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll