Les ondernemend gedrag 11 december

Ondernemend gedrag gaat over: 
Wat kan ik veranderen en aanpakken? Het gaat om gedrag en vaardigheden die jongeren nodig hebben als werknemer. En ook als deelnemer van de maatschappij . De maatschappij vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit. Dat wil zeggen: jongeren die initiatief nemen, kansen zien en die grijpen
Jongeren die voor zichzelf opkomen en hun eigen zaken regelen. Jongeren die doelen stellen en ergens voor durven gaan. Ondernemend gedrag betekent ook kansen benutten. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ondernemend gedrag gaat over: 
Wat kan ik veranderen en aanpakken? Het gaat om gedrag en vaardigheden die jongeren nodig hebben als werknemer. En ook als deelnemer van de maatschappij . De maatschappij vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit. Dat wil zeggen: jongeren die initiatief nemen, kansen zien en die grijpen
Jongeren die voor zichzelf opkomen en hun eigen zaken regelen. Jongeren die doelen stellen en ergens voor durven gaan. Ondernemend gedrag betekent ook kansen benutten. 

Slide 1 - Tekstslide

Waarom ondernemend gedrag
Ondernemend gedrag betekent: wat kan ik veranderen en aanpakken? Het gaat om gedrag en vaardigheden die jij nodig hebt als werknemer en als deelnemer in de maatschappij. Maar wat is dat gedrag dan precies? En welke vaardigheden horen daarbij? In dit hoofdstuk onderzoek je welk gedrag en welke vaardigheden je nodig hebt om jouw leven en toekomst vorm te geven.

Slide 2 - Tekstslide

De drie werkprocessen
1: Onderzoekt zichzelf en zijn werkomgeving.
2: Signaleert mogelijkheden of veranderingen in zijn eigen werk
3: Neemt initiatief in zijn werk.

Slide 3 - Tekstslide

Werkproces 1 onderzoekt zichzelf en zijn werkomgeving
In dit werkproces leer je hoe je ondernemend gedrag kunt inzetten in jouw directe omgeving. Je onderzoekt wie je bent, wat je kunt, waar jij blij van wordt en hoe jij je gedraagt. Je onderzoekt je directe (werk)omgeving. Je gaat onderzoeken wie in jouw omgeving zich ondernemend gedraagt (rolmodel)en hoe ondernemend jij bent. In welke situaties gedraag jij je ondernemend en waarom? 

Slide 4 - Tekstslide

Werkproces 2 signaleert mogelijkheden voor verandering in zijn eigen werk
In dit werkproces leer je hoe je ondernemend gedrag kunt inzetten bij het onderzoeken van mogelijkheden en veranderingen. Je weegt af hoe tevreden je bent met een situatie en bedenkt hoe jij een situatie beter, sneller of efficiënter zou kunnen laten verlopen. Je onderzoekt trends en ziet kansen die van belang zijn voor een organisatie en welke veranderingen die veroorzaken in het bedrijf. Je doet een voorstel om de organisatie te verbeteren en je probeert jezelf maar ook je (werk)omgeving te verbeteren. 

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens dit keuzedeel werk je aan negen vaardigheden (skills):
  1. Doelgericht zijn en plannen
  2. lerende en open houding
  3. gemotiveerd zijn
  4. creatief denken
  5. openstaan voor je omgeving
  6. flexibel zijn
  7. samenwerken en netwerken
  8. initiatief nemen
  9. verantwoordelijk zijn
  10. communiceren


Slide 6 - Tekstslide

Eigenschappen en vaardigheden 

Eigenschappen word je mee 'geboren' (zorgzaam, betrouwbaar, creatief).

Vaardigheden kun je leren (koken, timmeren, typen, communiceren, initiatief nemen, flexibel zijn etc. )

Slide 7 - Tekstslide

Jouw rolmodel
Rolmodellen zijn mensen die een voorbeeld voor
jou zijn. Ze doen iets waarvan jij het gevoel hebt
dat je het ook graag zou willen doen. Zij hebben kwaliteiten en eigenschappen die jij ook wilt hebben

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heeft het werken aan de skills en Challenge bijgedragen aan het onderzoeken van mogelijkheden voor verandering op jouw werk?

  • Je hebt je werksituaties onderzocht: je handelen, taken en werkomgeving.’
  • ‘Je hebt onderzocht welke situaties wel of niet goed gaan.’
  •  ‘Je hebt onderzocht of je de situatie kunt verbeteren.’
  • 'Je hebt een voorstel gedaan voor verandering, waarbij je rekening houdt met anderen.’

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heeft het werken aan de skills en Challenge bijgedragen aan het onderzoeken van jezelf en jouw werkplek?
  • Je hebt je directe werkomgeving onderzocht.’
  • ‘Je hebt je eigen gedrag in werksituaties onderzocht.’
  •  ‘Je hebt regelmatig om feedback gevraagd.’
  •  ‘Je hebt onderzocht wat ondernemend gedrag inhoudt.’
  •  ‘Je hebt onderzocht wanneer je je wel/niet ondernemend gedraagt en hoe dat komt.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 
De klas wordt verdeeld in 4 expertgroepen. Elke groep maakt een poster en presenteert deze aan de klas. Je werkt 2 dingen uit voor jouw onderwerp:
  1. Het werkproces, wat houdt deze in? 
  2. Hoe heb je hieraan gewerkt?
De onderwerpen voor de expertgroepen:
  1. Werkproces 1 onderzoekt zichzelf en zijn werkomgeving
  2. Werkproces 2 signaleert mogelijkheden voor verandering in zijn eigen werk
Verwerk de informatie uit het het boek, zoek informatie op internet. Verwerk deze informatie in een presentatie voor de andere groep. Leg  aan de  klas uit wat het werkproces volgens jullie  betekent

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide