HAVO 4 - 11 mars

Bonjour ! 
- Ga zitten 

- Pak je boek en je telefoon

- Tas onder de tafel 

Fijne les! 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour ! 
- Ga zitten 

- Pak je boek en je telefoon

- Tas onder de tafel 

Fijne les! 

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui 
- Herhalingsoefening
- Spreekopdracht (als je op school bent) en  grammatica/woordenschat-opdracht (als je thuis bent)


 Leerdoel : Jullie hebben de spreekvaardigheid geoefend. 

Slide 2 - Tekstslide

'Hij gaat naar het strand'

'Hij' in het Frans?

Slide 3 - Open vraag

'Jullie zijn klein'

'Jullie' in het Frans?

Slide 4 - Open vraag

Persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in het Frans. 

NL
Frans
Voorbeeld
Ik
Je
J'aime les courts métrages. 
Jij
Tu
Tu aimes les courts métrages. 
Hij / Zij
Il / Elle
Elle aime les courts métrages. 
Wij
Nous
Nous aimons les courts métrages. 
Jullie / U
Vous
Vous aimez les courts métrages. 
Zij
Ils / Elles
Ils aiment les courts métrages. 

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica
Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp in het Frans. 



Zonder p. vnw. 
Met p. vnw. 
Il regarde le film.
Il le regarde. 
Hij kijkt naar de film
Hij kijkt naar het

Slide 6 - Tekstslide

'Ik help hem'

'Hem' in het Frans als lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open vraag

'Hij helpt ons'

'Ons' in het Frans als lijdend voorwerp?

Slide 8 - Open vraag

Persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in het Frans. 

NL
Frans
Voorbeeld
mij / me
me, m'
Jan me regarde. 
jou / je
te, t'
Jan te regarde. 
hem / haar
le, l'
la, l'
Jan le / la regarde. 
ons
nous
Jan nous regarde. 
jullie / u
vous
Jan vous regarde. 
hen / hun / ze
les
Jan les regarde. 

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica
Persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp in het Frans. 



Zonder p. vnw. 
Met p. vnw. 
Je donne un livre à Adrien.
Je lui donne un livre.
Ik geef een boek aan Adrien
Ik geef hem een boek.

Slide 10 - Tekstslide

'Ik geef haar een boek'

'Haar' in het Frans als meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Open vraag

'Hij geeft me een boek'

'me' in het Frans als meewerkend voorwerp?

Slide 12 - Open vraag

Persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in het Frans. 

NL
Frans
Voorbeeld
mij / me
me, m'
Jan me donne un livre. 
jou / je
te, t'
Jan te donne un livre. 
hem / haar
lui
Jan lui donne un livre. 
ons
nous
Jan nous donne un livre. 
jullie / u
vous
Jan vous donne un livre. 
hen
leur
Jan leur donne un livre. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
Il me va donner un livre
B
Il va me donner un livre

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Il m'a donné un livre
B
Il a me donner un livre

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is juist?

"Il me n'a pas offert un cadeau"
A
Il ne m'a pas donné un livre
B
Il me n'a pas donné un livre

Slide 16 - Quizvraag

'Il y a principalement des touristes'

'principalement' in het NL?
A
vrouwelijk
B
voornamelijk
C
natuurlijk
D
redelijk

Slide 17 - Quizvraag

'Le pompier aide les victimes'

'pompier' in het NL?
A
brandweerman
B
politieagent
C
ambulancemedewerker
D
soldaat

Slide 18 - Quizvraag

'La chute est violente'

'chute' in het NL?
A
sprong
B
ongeluk
C
verdrinking
D
val

Slide 19 - Quizvraag

'L'employeur est radin'

'employeur' in het NL?
A
werk
B
werkplaats
C
werkgever
D
werknemer

Slide 20 - Quizvraag

Aujourd'hui 
Leerlingen die thuis zitten : jullie kunnen de opdracht onder 'Grammatica / Woordenschat opdracht' op magister vinden. 

Jullie moeten aan het einde van de les de opdracht terugsturen met jullie antwoorden, zelfs als jullie niet klaar zijn. Als jullie niets sturen zal ik jullie afwezig zetten. 

Slide 21 - Tekstslide

Aujourd'hui 

Leerlingen die bij de school zijn : Spreekvaardigheid opdracht. 

Slide 22 - Tekstslide

Spreekopdracht 
2020 en 2021 waren / zijn lastig voor iedereen met de covid-19 pandemie. Er zijn nu veel maatregelen die ons sociale leven beperken. 
Vandaag gaan we ons het volgende voorstellen : we zijn in 2022 en COVID is hier er niet meer. Het is onze eerste mogelijkheid om iets spannends en leuks te doen. Waar jullie willen heengaan voor jullie eerste post-covid avontuur? 

Slide 23 - Tekstslide

Spreekopdracht 
Wat moeten jullie doen?
Jullie gaan 20 / 25 minuten de tijd krijgen om een kleine tekst te schrijven. Jullie moeten zeggen :
- waar willen jullie naartoe gaan?
- wat voor plek is het? 
- waarom willen jullie daar heengaan? (minimaal 2 argumenten)
- benoem 1 bijzondere activiteit die jullie daar kunnen doen. 

Slide 24 - Tekstslide

Spreekopdracht 
Jullie mogen niet de telefoons gebruiken. Jullie kunnen de woordenboeken gebruiken (dit helpt jullie met het snel opzoeken van woorden). Voor de grammatica kunnen jullie altijd in het boek zoeken of mij vragen stellen. 

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld in het Nederlands
'Na de covid-19 maatregelen wil ik graag naar Viseu gaan. Het is een stad in het noorden van Portugal. Ik wil naar Viseu gaan want een deel van mijn familie daar woont maar ook omdat de natuur erg mooi is in die regio. In Viseu kunnen jullie het historische centrum bezoeken. Het is prachtig en de monumenten zijn 600 jaar oud'. 

Slide 26 - Tekstslide

Spreekopdracht
Na de 20 / 25 minuten gaat iedereen zijn / haar tekst voorlezen. 

De bedoeling is dat jullie de spreekvaardigheid kunnen oefenen. We zijn vandaag met een kleine groep, het is een goede kans om Frans te spreken. Jullie hoeven dus niet zenuwachtig te zijn!  

Slide 27 - Tekstslide

Spreekopdracht - Hulp
Ideeën van plek : ander land, stad, attractiepark, natuurgebied, festival...
Grammatica tijd die jullie kunnen gebruiken : Present, conditionnel (hele ww + uitgangen van imparfait), futur (hele ww + uitgangen avoir met de présent).

Lockdown in het Frans = Confinement 

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk


Grammatica en woordenschat C herhalen. 

Slide 29 - Tekstslide