H2 Licht 2.5 Brillen en contact lenzen. pulsar

H2 Licht - 2.5 brillen en contactlenzen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2 Licht - 2.5 brillen en contactlenzen

Slide 1 - Tekstslide

32. Ik weet uit welke onderdelen het oog bestaat en wat de functie is.
33. Ik kan uitleggen hoe het oog een beeld vormt
34. Ik weet wat accommoderen is.
35. Ik weet wat het nabijheidspunt is
36. Ik weet het verschil tussen bijziend en verziend en hoe je dit kunt verhelpen


Slide 2 - Tekstslide

Het oog

Slide 3 - Tekstslide

Functies:
  • Hoornvlies + lens: breken lichtstalen van voorwerpen en zorgen samen voor scherp beeld.
  • Netvlies: ontstaat het beeld van voorwerp op.
  • Oogzenuw: stuurt beeld van netvlies naar hersenen
  • Pupil: bepaalt hoeveel licht er binnen komt op netvlies
  • Iris: spier die pupil groter en kleiner maakt. 
  • Blinde Vlek: plek waar de oogzenuw uit het netvlies gaat. bevat geen lichtgevoelige cellen. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontstaat beeld:
  • voorwerpen weerkaatsen licht, en dat licht  komt in het  oog 
  • op netvlies ontstaat het beeld 
  1. Het beeld is kleiner
  2. het Beeld staat op zijn kop
  3. Links en rechts van beeld zijn verwisseld. 
  • Oogzenuw zorgt er voor dat je alles normaal ziet 

Slide 5 - Tekstslide

Scherpstellen oog
  • ooglens is bolle lens

  • ooglens kan van vorm veranderen

  • Dichtbij een Bolle lens

  • Veraf een minder bolle lens

  • Scherpstellen van het oog is Accomoderen. 

  • Nabijheidspunt is het punt waar je nog scherp kunt zien

Slide 6 - Tekstslide

Oogafwijking
Verziend: 
Je ziet alleen in de verte scherp. 
Oog is te kort. 
Beeld ontstaat achter netvlies. 
Corrigeerbaar met bolle lenzen (+) 

Bijziend: 
Je ziet alleen dichtbij scherp. 
Oog is te lang
Beeld ontstaat voor netvlies. 
Corrigeerbaar met Holle lenzen (-)

Slide 7 - Tekstslide

aan de slag: 
maken 2.5 opdrachten:

4, 7, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 19, 21, 22, 26

Slide 8 - Tekstslide

Dioptrie
We drukken de lenssterkte van brillen en lenzen uit in Dioptrie.
Het symbool hiervoor is S en de afkorting dpt.
We kunnen de dioptrie uitrekenen met de volgende formule:
S = 1/f (met f in meters)

Slide 9 - Tekstslide

Dioptrie
Oogarts en opticien gebruiken dpt om de sterkte (S) van brillenglazen aan te geven.





S=f1

Slide 10 - Tekstslide

Controle van begrip

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
Hoeveel keer de schaduw langer is hangt af van de afstand van de lamp tot het voorwerp en de afstand van de lamp tot het scherm.

Slide 13 - Tekstslide

Als het scherm 2 keer zo ver is, 
is de vergrotingsfactor ook 2
De olifant is dus 2x zo groot
6 m
3 m

Slide 14 - Tekstslide

En dan is het beeld ook 2 keer zo groot...
3 m
6 m

24 cm
48 cm

Slide 15 - Tekstslide

Vergrotingsfactor formule  
Lengte schaduw = N x lengte van voorwerp

N = vergrotingsfactor
Lengte
schaduw
Lengte
voorwerp
N=VB

Slide 16 - Tekstslide

Vergrotingsfactor formule
afstand schaduw = N x afstand voorwerp
N = vergrotingsfactor
afstand 
voorwerp
afstand schaduw
N=vb

Slide 17 - Tekstslide