Sterrenkunde les 3

Les 3: 31 januari
  • Ons zonnestelsel: ontstaan, planeten, betekenis in oudheid
  •  Opdracht
  •  Kalenders
  •  Wereldbeelden: geocentrisch - heliocentrisch
  •  Practicum: Solar motion demonstrator II
  • opdrachten Solar Motion demonstrator

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3: 31 januari
  • Ons zonnestelsel: ontstaan, planeten, betekenis in oudheid
  •  Opdracht
  •  Kalenders
  •  Wereldbeelden: geocentrisch - heliocentrisch
  •  Practicum: Solar motion demonstrator II
  • opdrachten Solar Motion demonstrator

Slide 1 - Tekstslide

Ons zonnestelsel
8 planeten die om een ster draaien:
  • Mercurius 
  • Venus 
  • Aarde 
  • Mars 
  • Jupiter 
  • Saturnus 
  • Uranus
  • Neptunus

Slide 2 - Tekstslide

Theorie over ontstaan zonnestelsel

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten theorie v. oerwolk
  • planeten draaien in dezelfde richting in plat vlak om de zon 
  • planeten geven zelf geen licht, weerkaatsen alleen
  • planeten dicht bij  zon zijn rotsachtig, verderweg gasbollen
  • inslagkraters op alle planeten en manen in zonnestelsel
  • rond andere sterren zijn ook planeten ontdekt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Planeten in de oudheid (1)
  • πλανήτης, planētēs - 'zwervers' - dwaalsterren 
  • opdracht: hoe komt het dat we planeten zien 'zwerven'?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Planeten in de oudheid (2)
  • alleen Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus bekend
  • Planeten kregen namen van goden en gaven met zon en maan namen aan de dagen van de week.  Zon- en maandag zijn duidelijk, hoe zit het met de andere dagen? 

Slide 8 - Tekstslide

Kalenders  1
  • oorspronkelijk: maankalenders : gebaseerd op maancyclus van 29,5 dagen. 
  • Oude Egypte : invoer van zonnekalenders: reden?
  • 12 maanden maken 1 jaar. Astronomische maand 29.5 dagen; maanden in onze kalender: 30 of 31 dagen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kalenders 2
  • maankalender : 12 x maand van 29,5 dagen: 354 dagen
  • juliaanse kalender: 365,25 dagen: jaar 3x 365 en 1 x 366
  • exacte lengte van het jaar is 365,24219 dagen
  • verschil levert fout in jaarlengte: ontdekt in 1582
  • Paus Gregorius maakt jaar 365,2425 dagen lang en herstelt fout: op do 4 oktober 1582 volgt vrij 15 oktober 1582

Slide 11 - Tekstslide

Kalenders 3
  • juliaanse kalender: 1x per 4 jaar schrikkeljaar
  • Gregoriaanse kalender: jaartal deelbaar door 4  behalve als jaartal deelbaar is door 4 en door 100 maar niet door 400.        Daarmee worden 1700, 1800, 1900 geen schrikkeljaren maar 1600, 2000, 2400 wel.    
  • 365,2425 is nog steeds ongelijk aan 365,24219: 1 dag fout in 3300 jaar.

Slide 12 - Tekstslide

wereldbeelden
Ons gevoel zegt : zon, maan en planeten draaien om de aarde.
De aarde staat stil als middelpunt van de schepping:
geocentrisch wereldbeeld.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wereldbeelden
  • Waarnemingen van posities en bewegingen van hemellichamen waren steeds moeilijker in te passen in het geocentrisch model.
  • Daarom stellen Copernicus 1543 en Galilei 1612 het heliocentrisch wereldbeeld voor. De aarde en de planeten draaien om de zon.
 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Afmaken Solar Motion Demonstrator

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten Solar Motion Demonstrator
1. Stel de breedtegraad van ons land in: 52o NB
Bepaal waar (Noord-Oost, Oost, West etc) de zon opkomt en ondergaat op:     
- 21 maart: dag evenlang als de nacht: equinox
- 21 juni: zomer solstitium
- 21 september
- 21 december: wintersolstitium
2. Bepaal de breedtegraad waarop de zon niet ondergaat op de langste dag        (21 juni).


Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten Solar Motion Demonstrator
  1. Op welke breedtegraad staat de zon 1x per jaar recht boven je hoofd (in het Zenith) op het middaguur ? Op welke datum ? Hoe zit dat met plaatsen ten Zuiden van deze breedtegraad ?
  2. Hoe laat is het ’s zomers als de zon het hoogste punt aan de hemel bereikt (‘middaguur’).
  3. Bekijk de situatie voor een waarnemer op de noordpool. Hoeveel maanden is het licht en hoeveel maanden is het donker (poolnacht) op de noordpool.




Slide 19 - Tekstslide