1. 4 Schatten en meten - les 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1,2

1.3 Schatten en meten

Deze les

Terugblik op de vorige les

Leerdoelen bespreken

Uitleg 1.4

Opdrachten maken

Terugblik

Veilig werken in het practicumlokaal is belangrijk!

Op welke manieren kun je jezelf beschermen als je werkt met gevaarlijke stoffen?

Welke afbeelding is een maatbeker?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke afbeelding is een erlenmeyer?

1. 
2. 
3. 
4. 

Leerdoelen

Je leert het verschil tussen meten en schatten.

Je leert wat grootheden zijn.

Je leert wat eenheden zijn.

Je kunt eenheden omrekenen

Schatten

Schatten = ongeveer

Schatten en meten

Schatten kan erg moeilijk zijn...

En vaak is het belangrijk om heel precies te meten!

Meetinstrument

Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.

Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument

Meetinstrumenten

Grootheden

Grootheid = alles wat je kunt meten

Eenheden

Een eenheid is de mate waarin je een grootheid meet.

Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

De afstand van De Meerwaarde naar  SDVB is 1,6 kilometer.

Grootheid

Eenheid

massa

volume

temperatuur

tijd

kilogram

seconde

milliliter

° Celcius

Welke eenheid hoort niet bij de grootheid lengte?

1. km
2. m
3. mm
4. mL

Welke grootheid meet je met een stopwatch?

1. volume
2. massa
3. tijd
4. seconden

Meter is een

1. Grootheid
2. Eenheid

seconde is een

1. Grootheid
2. Eenheid

massa is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Snelheid is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Kracht is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Met een weegschaal meet je de grootheid …. en de eenheid …...

1. Liter en volume
2. Volume en liter
3. Massa en gram
4. Gram en massa

Met een thermometer meet je de grootheid …. en de eenheid …...

1. Temperatuur en graden
2. Graden en temperatuur
3. Kracht en newton
4. Newton en kracht

Met een maatcilinder meet je de grootheid …. en de eenheid …...

1. Liter en volume
2. Volume en liter
3. Massa en gram
4. Gram en massa

Aan de slag

paragraaf 1.4 blz. 26 -30
Maak opdracht 4-15