In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
De Eerste Wereldoorlog
1. Een land om trots op te zijn
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke spanningen er in Europa tussen de grote landen waren en op welke manier deze konden leiden tot de Eerste Wereldoorlog
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je van wo I?
Slide 4 - Woordweb
Een mooie toekomst
Een optimistisch wereldbeeld;
In heel Europa waren landen rond 1900 geïndustrialiseerd.
Massaproductie en lopende bandwerk nemen steeds meer toe.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Spanningen nemen toe tussen mogendheden....
Slide 7 - Tekstslide
Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...
Slide 8 - Tekstslide
Oorzaak 1
Nationalisme
Extreme trots op het eigen volk en land
'Ons land is het beste!'
Slide 9 - Tekstslide
Oorzaak 2
Militarisme
Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaak 3
Wapenwedloop
Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaak 4
Duitsland ontstaat
1871
In één keer komt er een groot nieuw land bij
Slide 12 - Tekstslide
Het machtsevenwicht wordt nu verstoord
Slide 13 - Tekstslide
Oorzaak 5
Modern imperialisme
De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika.
Slide 14 - Tekstslide
Oorzaak 6
Bondgenootschappen
Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!
Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië
Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Aanleiding
Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand
De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
De servische moordaanslag op de Oostenrijkse kroonprins brengt de bondgenootschappen in beweging.
Slide 19 - Tekstslide
Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles
Slide 22 - Quizvraag
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945
Slide 23 - Quizvraag
In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen
Slide 24 - Quizvraag
Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand