AFP Maagdarm 01

Welke term gebruiken we voor dieren waarbij de onderkaak langer
is dan de bovenkaak?
A
onderbijter
B
bovenbijter
C
persisterende onderkaak
D
gespleten gehemelte
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welke term gebruiken we voor dieren waarbij de onderkaak langer
is dan de bovenkaak?
A
onderbijter
B
bovenbijter
C
persisterende onderkaak
D
gespleten gehemelte

Slide 1 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat persisterende melktanden operatief
verwijderd worden?

Slide 2 - Open vraag

Welke symptomen kunnen dieren met klachten in de mondholte vertonen?

Slide 3 - Open vraag

Honden met een kieswortelontsteking stoppen altijd met eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Honden met een kieswortelontsteking hebben pijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Welke symptomen zie je bij een dier met een gespleten gehemelte?

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de mogelijke oorzaken van het gingivitis-stomatitis complex bij katten?

Slide 7 - Open vraag

Welke behandeling wordt het meest toegepast bij dieren met
gaatjes in hun tanden?

Slide 8 - Open vraag

Welke aandoening is besmettelijk voor mensen?
A
cariës
B
echtyma
C
gingivitis-stomatitis complex
D
parodontitis

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een symfysis fractuur?
A
bij breuk van een kieswortel
B
als de onderkaak gebroken is op de lijn die verticaal tussen de linker- en rechterhelft loopt
C
als de bovenkaak gebroken is op de lijn die verticaal tussen de linker- en rechterhelft loopt
D
bij een breuk van een hoektand

Slide 10 - Quizvraag

Welke tumor is kwaadaardig?
A
fibromateuze epulis
B
gingiva hyperplasie
C
papilloom
D
plaveiselcarcinoom

Slide 11 - Quizvraag

Welke behandeling wordt NIET geadviseerd als een konijn of
knaagdier te lange snijtanden heeft?
A
snijtanden knippen
B
snijtanden slijpen
C
snijtanden trekken

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord A is juist
Bij het knippen van de snijtanden is er een grote kans dat de tand (en) splijten en er in de diepte van de tand grote schade wordt aangebracht 

Slide 13 - Tekstslide

Geef van de volgende onderdelen van het spijsverteringsstelsel de latijnse benaming: -mondholte / - keelholte /- slokdarm /- maag /- dikke darm
- dunne darm

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn de functies van het spijsverteringsstelsel?

Slide 15 - Open vraag

WAARMEE IS HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL AAN DE BINNENKANT BEKLEED?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de taak van speeksel?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het verschil tussen speeksel van de mens en dat van een kat? wat zin de gevolgen hiervan?

Slide 18 - Open vraag

Wat gebeurd er als je je verslikt?

Slide 19 - Open vraag

Welke symptomen zie je bij dier die wijzen op een afwijking in de mondholte?

Slide 20 - Open vraag

Welke term gebruiken we voor dieren waarbij de onderkaak langer is dan de bovenkaak?

Slide 21 - Open vraag