Houvast

Houvast
over begrijpend lezen en vaste tekststructuren
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Houvast
over begrijpend lezen en vaste tekststructuren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Deze structuur geeft antwoord op een aantal vaste vragen. Het is belangrijk dat je die vragen herkent, omdat je daardoor beter een tekst begrijpend kunt lezen. Als je een tekst schrijft, kan je die vragen gebruiken als bouwplan. Voorbeelden zijn probleemstructuur, onderzoeksstructuur, maatregelstructuur, evaluatiestructuur, handelingsstructuur en ontwikkelingsstructuur.
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Deze structuur geeft antwoord op een aantal vaste vragen. Het is belangrijk dat je die vragen herkent, omdat je daardoor beter een tekst begrijpend kunt lezen. Als je een tekst schrijft, kan je die vragen gebruiken als bouwplan. Voorbeelden zijn probleemstructuur, onderzoeksstructuur, maatregelstructuur, evaluatiestructuur, handelingsstructuur en ontwikkelings-structuur.
In werkelijkheid komen de vragen van vaste tekststructuren in teksten en artikels zeker niet altijd in de vaste volgorde voor.

Slide 3 - Tekstslide

Welke centrale vraag wordt beantwoord?

Slide 4 - Open vraag

Welke vaste structuur past bij deze intro?
A
handelingsstructuur
B
maatregelstructuur
C
evaluatiestructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 5 - Quizvraag

Vragen
maatregelstructuur?

Slide 6 - Woordweb

Wat is de maatregel precies?

Waarom is de maatregel nodig?

Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?

Wat zijn de (te verwachten) effecten van de maatregel?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de maatregel precies?
--> Er is sprake van twee maatregelen: meer politiepatrouilles en preventie
Waarom is de maatregel nodig?
--> Fietsdiefstallen zijn al een tijdje een probleem aan het station van Kortrijk
Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?
De politie zal frequenter passeren. Er worden bewakingscamera's geplaatst.
Wat zijn de (te verwachten) effecten van de maatregel?
--> Men verwacht dat de fietsdiefstallen met 60% zullen dalen.

Slide 8 - Tekstslide

Lees de intro's

Slide 9 - Tekstslide

Intro 1: Met welk teksttype heb je te maken?
krantenartikel
journaalitem
artikel van consumenten-vereniging
tutorial
recept
recensie

Slide 10 - Poll

Intro 1: Welke vaste structuur past bij deze intro?
A
handelingsstructuur
B
ontwikkelingsstructuur
C
probleemstructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 11 - Quizvraag

Intro 1: Op welke centrale vraag zal het artikel een antwoord geven?

Slide 12 - Open vraag

Intro 2: Met welk teksttype heb je te maken?
krantenartikel
journaalitem
artikel van consumenten-vereniging
recensie
recept
tutorial

Slide 13 - Poll

Intro 2: Welke vaste structuur past bij deze intro?
A
ontwikkelingsstructuur
B
maatregelstructuur
C
onderzoeksstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 14 - Quizvraag

Intro 2: Op welke centrale vraag zal het artikel een antwoord geven?

Slide 15 - Open vraag

Intro 3: Met welk teksttype heb je te maken?
krantenartikel
journaalitem
artikel van consumenten-vereniging
tutorial
recensie
recept

Slide 16 - Poll

Intro 3: Welke vaste structuur past bij deze intro?
A
evaluatiestructuur
B
ontwikkelingsstructuur
C
probleemstructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 17 - Quizvraag

Intro 3: Op welke centrale vraag zal het artikel een antwoord geven?

Slide 18 - Open vraag

Intro 4: Met welk teksttype heb je te maken?
krantenartikel
journaalitem
artikel van consumenten-vereniging
tutorial
recensie
recept

Slide 19 - Poll

Intro 4: Welke vaste structuur past bij deze intro?
A
handelingsstructuur
B
probleemstructuur
C
evaluatiestructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 20 - Quizvraag

Intro 4: Op welke centrale vraag zal het artikel een antwoord geven?

Slide 21 - Open vraag

Lees de teksten

Slide 22 - Tekstslide

3a. Welke centrale vraag wordt beantwoord?

Slide 23 - Open vraag

3b. Welke vaste structuur past bij deze tekst?
A
handelingsstructuur
B
maatregelstructuur
C
evaluatiestructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 24 - Quizvraag

Vragen
onderzoeksstructuur?

Slide 25 - Woordweb

Wat is er precies onderzocht?

Volgens welke methode is er onderzocht?

Wat zijn de resultaten?

Wat zijn de conclusies?

Slide 26 - Tekstslide

Wat is er precies onderzocht?
Er is onderzocht welke dieren er meestal optreden in kinderboeken.
Volgens welke methode is er onderzocht?
De onderzoeker nam 217 prentenboeken onder de loep en turfde ruim 2200 dieren.
Wat zijn de resultaten?
Het zijn vaak dezelfde dieren die glansrollen vervullen.
Wat zijn de conclusies?
Ook op vlak van biodiversiteit is er een scheven representatie in kinderboeken.

Slide 27 - Tekstslide

4a. Welke centrale vraag wordt beantwoord?

Slide 28 - Open vraag

4b. Welke vaste structuur past bij deze tekst?
A
handelingsstructuur
B
maatregelstructuur
C
ontwikkelingsstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 29 - Quizvraag

Vragen
ontwikkelingsstructuur?

Slide 30 - Woordweb

Over welke ontwikkeling gaat het precies?

Wat zijn de verschillende stappen in de ontwikkeling?

Waar en wanneer vonden die plaats?

Wat was het (voorlopige) eindpunt?

Wat zijn de verklaringen voor de overgang van de ene fase in de andere?

Slide 31 - Tekstslide

Over welke ontwikkeling gaat het precies?
De ontwikkeling en verspreiding van de aprilgrap.

Wat zijn de verschillende stappen in de ontwikkeling?
Een eerste internationale vermelding --> een eerste vermelding in ons taalgebied  
--> algemene verspreiding --> bevordering van de traditie door de media

Waar en wanneer vonden die plaats?
1508 --> 1561 --> 1581 --> 20e eeuw

Wat was het (voorlopige) eindpunt?
De traditie dooft stilaan uit in de media

Wat zijn de verklaringen voor de overgang van de ene fase in de andere?
Er zijn een aantal historische en sociologische feiten (bv. opkomst moderne media, overschakelen van kalender)

Slide 32 - Tekstslide

Gemengde vaste structuren
In langere teksten worden vaste structuren vaak gecombineerd, worden de vragen niet noodzakelijk in vastgelegde volgorde beantwoord, lopen de structuren soms dooreen en kunnen antwoorden soms bij meer dan één vaste structuur ingezet worden.

Slide 33 - Tekstslide

Maak de oefening op pagina 28.

Slide 34 - Tekstslide

Zou de tekst zonder vermening van beide vaste structuren duidelijker geweest zijn?
ja
neen

Slide 35 - Poll