16 januari

Schrijf de 4 woorden op die bij de
der-groep (der, die, das) horen
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijf de 4 woorden op die bij de
der-groep (der, die, das) horen

Slide 1 - Woordweb

der-groep
dies- (deze, die, dit, dat)
jed- (iedere, elke)
welch- (welke)
alle (alle)

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de bezittelijke vnw op die bij de
ein-groep horen.

Slide 3 - Woordweb

ein-groep
mein (mijn)     unser (onze)
dein (jouw)     euer (jullie)
sein (zijn)     ihr (hun)
ihr (haar)      Ihr (uw) 
kein (geen)

Slide 4 - Tekstslide

schrijf de voorzetsels van de 3e nmv op

Slide 5 - Woordweb

voorzetsels 3e nmv
mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, gegenüber

Staat er geen voorzetsel in de zin waar jij iets achter moet invullen.... dan de zin ontleden.

Slide 6 - Tekstslide

nakijken oef 32/33/34

Slide 7 - Tekstslide

luisteroef 35 wb blz 130

Slide 8 - Tekstslide

lezen Lernliste J wb blz 164

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

DUS:

Stap 1: wat is het geslacht (m,v,o,mv)
Stap 2: hoort het woordje bij de der-groep of ein-groep
Stap 3: voorzetsel 3e nmv ja?--> 3e nmv rijtje gebruiken
                                                       nee--> ontleden 1e=ond       3e=mw
                                                                                           4e=lv

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben
leren Lernliste J Du-Ne
maken oef 36/37/38

Slide 12 - Tekstslide