Intramusculair spuiten

Intramusculair spuiten
Bilal Outmani
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Intramusculair spuiten
Bilal Outmani

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
"Na het bijwonen van deze klinische les zullen de de collega's in staat zijn om de juiste techniek toe te passen bij het toedienen van een intramusculaire injectie, inclusief het identificeren van geschikte injectieplaatsen, het correct voorbereiden van de benodigde materialen, en het begrijpen van de belangrijkste veiligheids- en hygiëneprocedures, zoals gedemonstreerd tijdens de presentatie. 

Slide 2 - Tekstslide

Intramusculaire spuiten

Slide 3 - Woordweb

Wat is intramusculair spuiten?

Intramusculair spuiten verwijst naar de toediening van medicatie of andere stoffen rechtstreeks in de spierlaag van het lichaam. Deze methode wordt vaak gebruikt om medicijnen snel in de bloedbaan te brengen, omdat spieren goed doorbloed zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Bij het toedienen van een intramusculaire injectie bij volwassenen, welke spier wordt vaak gebruikt?
A
De trapeziusspier
B
De quadriceps femoris
C
De deltaspier
D
De latissimus dorsi

Slide 5 - Quizvraag

Injectieplaatsen
  1. Deltaspier (Bovenkant van de schouder)
  2. Vastus lateralis (Zijkant van het dijbeen)
  3. Gluteus maximus (Bovenste buitenkwadrant van het achterwerk)
  4. Dorsogluteale regio (Bovenste buitenkwadrant van de bil)

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer mag je ergens niet injecteren?

Slide 7 - Open vraag

Niet injecteren als:
  • Huid ontstoken, beschadigd, of geïnfecteerd is.
  • Risico op beschadiging van zenuwen, bloedvaten.
  • Te weinig spiermassa op gekozen injectieplaats.
  • Risico op allergische reacties op de medicatie.
  • Patiënt weigert de procedure.

Slide 8 - Tekstslide

Handeling
  1. Voorbereiding: Verzamel materialen, controleer medicatie.
  2. Handhygiëne: Was handen grondig.
  3. Injectieplaats: Kies een geschikte locatie.
  4. Voorbereiding patiënt: Leg de procedure uit, verkrijg toestemming, zorg voor comfort.
  5. Voorbereiding spuit: Bevestig naald, trek medicatie op, vermijd luchtbellen.
  6. Voorbereiding injectieplaats: Reinig met alcohol swab, laat drogen.
  7. Injectietechniek: Houd spuit comfortabel vast, steek naald in hoek van 90 graden.
  8. Aspiratie (optioneel): Controleer op bloed, herpositioneer indien nodig.
  9. Injectie: Dien medicatie langzaam toe.
  10. Terugtrekken naald: Trek terug onder dezelfde hoek, laat huidplooi los.
  11. Verband (indien nodig): Plaats steriel verband bij bloeding.
  12. Afdanking: Gooi gebruikte materialen weg volgens richtlijnen.











Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Complicaties en bijwerkingen:

Slide 11 - Open vraag

Complicaties en bijwerkingen:
  1. Pijn op de injectieplaats: Kan mild tot matig zijn.
  2. Bloeding: Mogelijk bij beschadiging van bloedvaten.
  3. Infectie: Risico bij onvoldoende reiniging van de injectieplaats.
  4. Abcesvorming: Zeldzaam, maar mogelijk bij infectie.
  5. Zenuwbeschadiging: Mogelijk bij raken van een zenuw.
  6. Hematoom (bloeduitstorting): Kan optreden bij beschadiging van bloedvaten.
  7. Allergische reacties: Mogelijk, zoals roodheid, jeuk, zwelling.
  8. Veranderingen in bloedsuikerspiegel: Bij diabetespatiënten, monitor nauwlettend.
  9. Overgevoeligheidsreacties: Zeldzaam, kan koorts, kortademigheid veroorzaken.
  10. Necrose (weefselsterfte): Risico bij onjuiste injectietechniek of irriterende stoffen.









Slide 12 - Tekstslide

Wat doe je als de cliënt bang is?

Slide 13 - Open vraag

Wat doe je als de cliënt weigert?
A
Bespreek rustig de redenen voor de weigering en probeer eventuele zorgen te achterhalen.
B
Respecteer de wens van de cliënt om de procedure op dat moment niet uit te voeren.
C
Informeer het behandelteam over de weigering en overleg over mogelijke aanpassingen of alternatieven.
D
Forceer de procedure uit te voeren, omdat het noodzakelijk is voor de behandeling.

Slide 14 - Quizvraag

Kort samengevat

Slide 15 - Tekstslide

Tip en Tops?

Slide 16 - Open vraag