Paragraaf 4.1

Hoofdstuk 4
Goed gemaakt?

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Goed gemaakt?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Vragen stellen opdracht begrippen H3
Uitleg paragraaf 4.1
Doorloop de les in LessonUp
Huiswerk maken (opdracht 1 t/m 18)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat produceren is en productiekosten zijn.
  • Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.
  • Je kunt de kostprijs per product berekenen.
  • Je weet welke productiesectoren er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Produceren
Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten

Bij het maken van goederen doorloopt een product een aantal fasen: productiefasen

Slide 4 - Tekstslide

Productiefasen
1. De productie van grondstoffen
2. Het verwerken van grondstoffen tot een eindproduct

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product vind je in de bedrijfskolom

Je begint met het bedrijf dat de grondstoffen uit de natuur haalt en het laatste bedrijf verkoopt het eindproduct aan de consument

Slide 6 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Door elke bewerking wordt het product steeds een beetje meer waard

De waarde die er telkens bij komt noem je: toegevoegde waarde

Slide 7 - Tekstslide

Productiekosten
Tijdens de productie van goederen/diensten zijn er veel spullen nodig die betaalt moeten worden

Alle kosten die je maakt bij het produceren noem je productiekosten

Slide 8 - Tekstslide

De kostprijs
Belangrijker dan de productiekosten zijn de kosten per product, dit noem je de kostprijs

Dat zijn de kosten die je gemiddeld hebt voor het maken van 1 product

Kostprijs per product = alle productiekosten : aantal producten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 9, 13 en 18

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk!
Doorloop de les in LessonUp en beantwoord de vragen

Maak opdrachten 4.1
(1 t/m 18)


Vragen? Stuur een berichtje via Teams


Slide 12 - Tekstslide

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 15 - Quizvraag

Produceren is het maken van goederen en het verlenen van diensten.
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 16 - Quizvraag

Willem brengt de postpakketten rond.
Dit is het:
A
Produceren van goederen.
B
Leveren van diensten.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer de productiekosten dalen, kan de prijs van de producten....
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven
D
niet worden aangepast

Slide 19 - Quizvraag

Maak een foto van je gemaakte huiswerk (opdracht 1 t/m 18)

Slide 20 - Open vraag