Sondevoeding

Vragen les katheterzorg
Antwoorden op de vragen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vragen les katheterzorg
Antwoorden op de vragen

Slide 1 - Tekstslide

Stomazorg
Hebben jullie nog wat met de vorige les gedaan?

Slide 2 - Tekstslide

Sonde (voeding)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Leerdoelen
Dat je voorlichting kunt geven over wat sondevoeding is.
Dat je de indicaties en complicaties kunt benoemen.
Dat je de meest gebruikte vormen kunt benoemen.
Dat je kunt aangeven welke aandachtspunten er zijn bij het toedienen van sondevoeding.
Dat je de zorg rondom sondevoeding kunt evalueren en zo nodig aanpassen.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten Sondes
Neus-maagsonde (soorten)
Duodenumsonde
Jejunumsonde
PEG sonde
PEJ sonde

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Neusmaagsonde

Slide 8 - Tekstslide

pH controle
  • Eventueel sonde tijdelijk fixeren 
  • Lucht doorspuiten (Waarom?) 
  • Rustig optrekken (anders trek je vacuüm)
  • Druppels op strip, pH aflezen

Slide 9 - Tekstslide

PH-waarde
De zuurgraad bepalen.
Spuit met een spuit van 50 milliliter de neus-maagsonde door met vijf tot tien milliliter lucht. Dit kan de sonde vrijmaken van voeding, water of medicatie. Ook kan dit ervoor zorgen dat de sonde vrij van de maagwand komt te liggen.
Trek heel rustig met een grote spuit een paar druppels maaginhoud uit de neus-maagsonde op.
Met een pH-meter ga je na of het opgezogen vocht maagzuur is. Wordt het papier rood, dan is de zuurgraad lager dan 5,5. De maagsonde ligt dan zeker goed. In maagsap zit namelijk zoutzuur.

Slide 10 - Tekstslide

Wat als.......
Als de zuurgraad van het maagsap hoger dan 5,5 is
  • Draai de patiënt op zijn/haar zei en probeer het opnieuw.
  • Wacht je dertig tot zestig minuten. Neem dan opnieuw wat maagsap op. Herhaal de meting. Is de pH nog steeds hoog, raadpleeg dan een arts. De arts bepaalt het vervolgbeleid, bijvoorbeeld een limonadetest uitvoeren, de neus-maagsonde verwijderen en een nieuwe inbrengen, of een röntgenfoto laten maken.
    (Limonade, persoon drinkt enkele slokken limo, dan opnieuw aspiraat, ph lagere waarde, limo is laag <4)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Eigen ervaring
Wat heb je zelf meegemaakt?

Slide 13 - Tekstslide

Aspiratiepneumonie
Als de sonde niet meer in de maag ligt maar in de keelholte, kan er voeding in de longen van de zorgvrager lopen. Dat noemen we aspiratie. Aspiratie is het bij inademing aanzuigen van een vaste stof of van een vloeistof in de luchtwegen. De zorgvrager loopt het risico dat hij een longontsteking krijgt. Het aspireren van een grote hoeveelheid sondevoeding ineens kan zeer ernstige gevolgen hebben. Om deze complicatie te voorkomen is het belangrijk dat je na het inbrengen van de sonde de ligging ervan controleert door de pH van de maaginhoud te meten.


Slide 14 - Tekstslide

Bradycardie
Tijdens het inbrengen van een neus-maagsonde kan de nervus vagus worden geprikkeld. Hierdoor kan er een bradycardie bij de zorgvrager ontstaan. Een bradycardie is een ritmestoornis waarbij het hart te traag klopt. Controleer vóór en na inbrengen van de sonde de polsslag. Verwijder de neus-maagsonde als je een bradycardie waarneemt en waarschuw de arts.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

wat is een pegsonde

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

wat is een mic-key button?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Mic-key
Binnen zes weken na het inbrengen van de PEG-sonde moet de fistel zo gevormd zijn dat de sonde verwijderd kan worden. In plaats daarvan plaatst de arts dan een button. Deze MIC-KEY-button wordt voor de zorgvrager op maat gemaakt. De button geeft de zorgvrager de vrijheid om zelf voeding toe te dienen, een bad te nemen en te zwemmen. De MIC-KEY-button wordt met een ballon in de maag gefixeerd. Door de buikwand loopt een verbinding naar buiten, waar een button zit. In het midden van de button kan een slang voor de toediening van voeding worden aangesloten.
Spoel de MIC-KEY bij continue voeding drie keer per dag door met 10 ml lauw water. Als de MIC-KEY tijdelijk niet wordt gebruikt, moet deze één keer per dag doorgespoeld worden met 10 ml lauw water. Gebruik geen koolzuurhoudende dranken om door te spoelen.
Een MIC-KEY wordt meestal eens per drie maanden vervangen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Verzorgen PEG sonde
Werk schoon en hygiënisch
Werk volgens (Vilans) protocol
Raadpleeg het dossier van de cliënt voor specifieke punten bij de verzorging
Vraag skills les aan als je deze handeling wilt oefenen
Goede rapportage is belangrijk

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Sonde(voeding)

Slide 30 - Tekstslide

Welke complicaties kan sv via een Neusmaagsonde of PEG sonde geven?

Slide 31 - Tekstslide

Manieren van sondevoeding
  • Spuit: bolus 

  • Systeem: continue of intermitterend

Slide 32 - Tekstslide

Complicaties
  • Verstopping sonde
  • Decubitus neus/mond/keel
  • Misselijkheid en braken
  • Aspiratie
  • Gestoord defecatiepatroon
  • Ontstekingen in de mond

Slide 33 - Tekstslide

Indicaties sondevoeding
  • Chronische darmaandoening
  • Slikproblemen
  • Neurologische aandoening
  • Coma
  • Zorgvrager die weigert te eten
  • Verminderde eetlust door bv ziekte

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Soorten sondevoeding
Polymere voeding:
  • Wordt gegeven bij een goed functionerend maag-darmstelsel 
  • Eiwitten, vetten, koolhydraten

Oligomere en monomere voeding:
  • Bestaat uit voorverteerde eiwitten, vetten, koolhydraten
  • Bij verteringsproblematiek of jejunumsonde

Slide 36 - Tekstslide

Kant-en-klare sondevoeding
Sondevoeding in poedervorm

Slide 37 - Tekstslide

Waar let je op voor
je de SV toedient?

Slide 38 - Woordweb

controleer de sondevoeding:
Voordat je de sondevoeding toedient, controleer je:​


  • De juiste patiënt
  • De soort en hoeveelheid voeding​
  • Het tijdstip​ van toedienen
  • De vervaldatum​ (glazen flessen 8 uur houdbaar en zakken 24 uur)
  • Hoe de vloeistof eruitziet (er mogen geen klontjes of velletjes in zitten)​
  • Temperatuur






Slide 39 - Tekstslide

Toediening via voedingspomp
Toediening via spuit (bolus)

Slide 40 - Tekstslide

Hoe bewaar ik sondevoeding?
A
In de koelkast
B
Bewaar het bij hoge temperatuur
C
Bewaar sondevoeding op een koele plaats in huis
D
Bewaar de voeding in het zonlicht

Slide 41 - Quizvraag

Aandachtspunten 
  • Neem de tijd bij toediening sondevoeding via een spuit
  • Niet meer dan 500 ml per bolus
  • Altijd de sonde doorspoelen met 20-30 ml lauw water
  • Vervang het toedieningssysteem iedere 24 uur
  • Medicatietoediening via sonde
  • Verpleegkundig rekenen nodig bij instellen pomp

Slide 42 - Tekstslide

Noem 2 complicaties van sondevoeding

Slide 43 - Open vraag

Psycho-sociale aspecten
  • Niet gezellig om te eten met een sonde
  • Sonde trekt de aandacht van anderen
Let daar op!

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

sondevoeding toedienen met een sondevoedingspomp

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide