Nieuwsbegrip week 20

Strategie 
verbanden begrijpen


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Strategie 
verbanden begrijpen


Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord:
krioelen

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent het woord:
overdragen
A
oververtellen
B
zware dingen tillen
C
spullen ergens over heen brengen

Slide 3 - Quizvraag

ontplofbaar
in dienst zijn
groep van bij elkaar levende dieren van één soort
in werking stellen
bedekken met bijv. zand
de kolonie
explosief
bedelven
dienen
inschakelen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent:
op grote schaal
A
een grote schaal met bijv. fruit.
B
zeer veel voorkomend
C
een zware aardbeving

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
kampen met
A
plekken met
B
tenten opzetten
C
kamperen met
D
moeilijkheden ondervinden

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
onder meer

Slide 7 - Open vraag

Waar gaat de tekst over?

Slide 8 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 9 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 10 - Tekstslide

Rattenplaag in Parijs

Slide 11 - Woordweb

Niveau B:
Maken opdracht 1 met hulp, 2 en 3








Opdracht 1:
Verbanden -->




Slide 12 - Tekstslide

Niveau B:
Maken opdracht 1 met hulp, 2 en 3








Opdracht 2:
Oorzaak-gevolg schema




Slide 13 - Tekstslide