K8 Wohnen Persoonlijk vnw woord 1e en 4e naamval

Kapitel 8 Wohnen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 8 Wohnen

Slide 1 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
> Persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?
1. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste naamval.

2. Je weet hoe je de 4e naamval vindt.
3. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.

4.


Slide 3 - Tekstslide

Welke
PERSOONlijke voornaamwoorden
in het Duits ken je?
Antwoord elke keer met één woord.

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke vraag stel je als je het onderwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 9 - Quizvraag

Welke vraag stel je als je het lijdend voorwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 10 - Quizvraag

Welke naamval is het onderwerp?
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 11 - Quizvraag

4e naamval is......
A
Onderwerp
B
Lijdende vorm
C
Meewerkende vorm

Slide 12 - Quizvraag

Wat vul je in?
De leraar ziet de leerling...
A
Hij ziet ik
B
Hem ziet hem
C
Hij ziet hem

Slide 13 - Quizvraag

Wat vul je in?
Der Lehrer sieht ...... (hem)
A
er
B
him
C
ihn

Slide 14 - Quizvraag

(Ich) habe morgen Geburtstag.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag

Wat vul je in?
Ken jij mij?
A
Kennst dich mich?
B
Kennst ich du?
C
Kennst du ich
D
Kennst du mich?

Slide 16 - Quizvraag

1/4
(Ik) ... lade Anna auch ein.

Slide 17 - Open vraag

2/4
Wartest ... (jij) schon lange?

Slide 18 - Open vraag

3/4
Fahrt ... (jullie) immer zusammen?

Slide 19 - Open vraag

4/4
Herr Ober, ... (wij) warten schon eine halbe Stunde.

Slide 20 - Open vraag

kies het juiste persoonlijk vnw:

Warum hat ___ mich nicht eingeladen. (=uitgenodigd)
A
er
B
ihn

Slide 21 - Quizvraag

Evaluatie
- Je kent  de persoonlijke vnmw ?
- Je weet of het een onderwerp of een lijdend voorwerp is
Je weet dat de 'hij'

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Habt ihr noch Fragen?

Slide 24 - Tekstslide

Grammatik
*je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4de naamval gebruiken

Aufgaben: 17 - 26 (Textbuch, S. 42 -47)

Slide 25 - Tekstslide