In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Fijn dat je er bent!
Pak je boek voor op blz 16 (bk en kgt), pak je schrift, je pen, je iPad en log in op deze LessonUp.
timer
3:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling vorige lessen
- Instructie paragraaf 3
- Zelfstandig werken
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet wat een alinea is.
Ik kan de kernzin van een alinea bepalen.
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling ...
Onbekende woorden Een tegenstelling & een onbekende woorddeel
Slide 5 - Tekstslide
Noteer een tegenstelling
Slide 6 - Open vraag
Welk woorddeel van 'monorail' is uit het Grieks afkomstig?
A
mo
B
mono
C
nora
D
rail
Slide 7 - Quizvraag
Als je een woord niet kent, dan kun je zoeken naar een bekend woorddeel.
Wat betekent het woorddeel -loos?
A
niet
B
zonder
C
met
D
opnieuw
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke woorden vind je de betekenis door naar de woorddelen te kijken?
A
be-drijf
B
kost-baar
C
stad-ion
D
mis-lukken
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een bekend woorddeel?
A
Dat je het hele woord kent.
B
Je hebt het woord al eens ergens gezien.
C
Een deel van het woord dat je al kent.
D
Een woord wat je niet kent.
Slide 10 - Quizvraag
- Grotendeels - (woord met bekend woorddeel) Wat is de betekenis?
A
voor het kleine deel
B
heel erg groot
C
voor het grote deel
D
heel erg klein
Slide 11 - Quizvraag
Wat weet je nog?
- alinea's
- kernzinnen
Slide 12 - Tekstslide
Voorkennis
Een tekst is meestal verdeeld in alinea’s. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over
hetzelfde deelonderwerp gaan.
Slide 13 - Tekstslide
Noteer deelonderwerpen bij het onderwerp: 'Oud & nieuw'
Slide 14 - Woordweb
Instructie
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Soms begint de eerste regel van een alinea met een stukje wit. Dat noem je inspringen.
Soms wordt er tussen twee alinea’s een regel overgeslagen. Dat noem je een witregel.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Alinea's en kernzinnen
Teksten zijn dus verdeeld in alinea's. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan.
De belangrijkste informatie uit een alinea staat in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. In de rest van de alinea staat dan vaak meer informatie of voorbeelden.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Er zijn in Nederland verschillende nieuwsmedia voor jongeren. Iedereen kent het NOS Jeugdjournaal, dat al ruim 35 jaar goed en slecht nieuws in de huiskamer brengt voor kinderen tussen grofweg 9 en 13 jaar oud. Daarnaast is er sinds 2003 het nieuwsweekblad Kidsweek, voor 7- tot 12-jarigen. In 2009 kwam daar 7Days bij (12-18 jaar).
In de zinnen na de kernzin worden voorbeelden genoemd.
Slide 18 - Tekstslide
Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Nadere uitleg of voorbeelden
Slide 19 - Sleepvraag
Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden.
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
kernzin
bijzaak
Slide 20 - Sleepvraag
Kies de kernzin
A
Ze is ook nog eens topscoorder
B
Ze is Feyenoorder in hart en nieren
C
Ze is een van de beste spitsen ter wereld
D
Vivianne Miedema is een topatleet
Slide 21 - Quizvraag
Kies de kernzin
A
Het kabinet past boetes aan
B
De grenzen aan te hard rijden zijn versoepeld
C
De boete voor bellen achter het stuur is verhoogd
D
Dit was al eerder aangekondigd
Slide 22 - Quizvraag
Aan de slag
Kader: opdracht 1 & 2 (blz. 16-17)
Basis: blz. 16, 17 & 18 opdracht 1 & 2
Ben je klaar? - maak de puzzel op blz. 236 (basis)