In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Thema 2 Voeding en vertering
2.5 Gezonde voeding
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Uitleg 2.5
Lezen 2.5
Opdrachten maken
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven
Je weet wat een gezond geweicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen
Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
HH
Slide 6 - Tekstslide
Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus
Slide 7 - Sleepvraag
De twaalfvingerige darm zit tussen de dunne en de dikke darm.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
In de lever wordt gal gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De maagportier sluit de slokdarm af van de maag.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 11 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas
Slide 11 - Quizvraag
Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm
Slide 12 - Quizvraag
Een functie van darmperistaltiek is het vermengen van voedsel met verteringssappen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welk verteringssap zorgt voor het emulgeren van vetten?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Gal
D
Maagsap
Slide 14 - Quizvraag
In welk deel van het darmkanaal komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm
Slide 15 - Quizvraag
Inleiding
Goede voeding is nodig voor een goede gezondheid.
Je lichaam gebruikt je voeding als bouwstof, brandstof, reservestof en/of beschermende stof.
Al deze functies samen bepalen hoeveel en welke voeding je nodig hebt.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
2.5 Gezonde voeding
Je eet en drinkt gezond als je van alle voedingsstoffen voldoende binnenkrijgt.
De basis van gezonde voeding is gevarieerd eten (afwisseling).
Het Voedingscentrum geeft voorlichting over goed en gezond eten. Een hulpmiddel is de Schijf van Vijf.
Slide 18 - Tekstslide
Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken met voedingsmiddelen die je dagelijks nodig hebt.
Elk vak staat voor een productgroep.
Slide 19 - Tekstslide
schijf van 5
1. groente en fruit
2. olie en vet
3. vlees,ei, vis, zuivel,noten,peulvruchten
4. brood, graanproducten, aardappelen
5. dranken
Slide 20 - Tekstslide
Schijf van Vijf
Elke productgroep heeft voordelen voor je gezondheid en levert een belangrijke voedingsstof:
- groen: vooral vitaminen
- geel: vooral vetten
- roze: vooral eiwitten
- oranje: vooral koolhydraten
- blauw: vooral water
Slide 21 - Tekstslide
Schijf van Vijf
Maar de producten in de vakken leveren ook andere voedingsstoffen.
Zo zitten in vetten ook vitaminen.
Voedingsvezels vind je vooral in de vakken groen en oranje.
Mineralen komen in alle vakken voor.
Slide 22 - Tekstslide
Niet te veel en niet te vaak
In de Schijf van Vijf staan geen producten met te veel zout, te veel suiker, te veel verzadigd vet of te weinig vezel.
Je kunt hier prima af en toe iets van nemen, maar niet te veel en niet te vaak.
Slide 23 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Als je elke dag uit elk vak iets eet, krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.
Uit de grote vakken moet je meer eten dan uit de kleine vakken.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
2.5 Gezonde voeding
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof.
Brandstof geeft je lichaam energie.
De hoeveelheid energie in voedsel wordt aangegeven met kilojoule (kJ).
Een andere eenheid voor energie in voedsel is kilocalorie (kcal).
Je kunt de eenheden naar elkaar omrekenen.
Slide 28 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Hoeveel energie je nodig hebt, verschilt van persoon tot persoon. Het hangt onder andere af van je:
- geslacht (jongens hebben meer energie nodig dan meisjes)
- lichaamsgrootte
- lichamelijke inspanning
- leeftijd (jongeren meer energie nodig dan ouderen)
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
2.5 Gezonde voeding
Wat je eet en hoeveel je eet, heeft invloed op je gewicht.
Meestal geldt: je gewicht blijft gelijk als je evenveel energie opneemt als je verbruikt.
Eet je meer dan je nodig hebt, dan wordt een deel van de voedingsstoffen opgeslagen als reservestof. Meestal is dat vet.
Slide 32 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Eet je minder dan je nodig hebt, dan ga je reservestoffen gebruiken als brandstof voor energie. Dan val je af.
Maar je gewicht heeft ook te maken met erfelijke eigenschappen:
- de een heeft een zwaardere bouw dan een ander
- de stofwisseling kan verschillen
- de dikte van de onderhuidse vetlaag verschilt van persoon tot persoon
Slide 33 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Bij overgewicht of obesitas (ernstig overgewicht) is er teveel vet in het lichaam opgeslagen.
Mensen met overgewicht hebben meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte).
Overgewicht is ook slecht voor de gewrichten.
Slide 34 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Een te laag lichaamsgewicht noem je ondergewicht.
Hierbij kan er een tekort aan voedingsstoffen ontstaan.
Iemand met ondergewicht kan sneller ziek worden en is sneller moe en lusteloos.
Er is een grotere kans op botbreuken.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
overgewicht
ondergewicht
eetstoornis
Slide 37 - Tekstslide
Eetstoornis
Mensen met een eetstoornis zijn in hun hoofd de hele dag bezig met eten en drinken. Ze maken zich zorgen over de invloed van eten en drinken op hun lichaam.
Er zijn verschillende eetstoornissen, onder andere:
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- eetbuistoornis
Slide 38 - Tekstslide
Oorzaken van eetstoornissen kunnen zijn:
- beïnvloed worden door je cultuur of de media
- ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk (negatief zelfbeeld)
- nare gebeurtenissen in je leven
- angst om de controle te verliezen
- faalangst of perfectionisme
Slide 39 - Tekstslide
Oorzaken van eetstoornissen kunnen zijn:
- beïnvloed worden door je cultuur of de media
- ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk (negatief zelfbeeld)
- nare gebeurtenissen in je leven
- angst om de controle te verliezen
- faalangst of perfectionisme
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
VRAGEN??
Slide 44 - Tekstslide
A
2 klontjes suiker
B
10 klontjes suiker
C
8 klontjes suiker
D
5 klontjes suiker
Slide 45 - Quizvraag
A
0,5 klontjes suiker
B
1,5 klontjes suiker
C
2 klontjes suiker
D
2,5 klontjes suiker
Slide 46 - Quizvraag
Wat is de schijf van 5?
timer
0:20
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen
D
Vijf producten met veel vitamines
Slide 47 - Quizvraag
Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?