2HM herhaling ww. tt. t. en v.d. Kapitel 4

WELKOM
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Je weet hoe goed je de grammatica kunt toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
1. Regels grammatica - samen
2. oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd

(ich, du, er/sie/es, wir, ihr, Sie, sie)
en
stam van het werkwoord + uitgangen

Slide 5 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

stam van spielen is?
A
spielt
B
spielen
C
spiel
D
spiil

Slide 8 - Quizvraag

Waarvoor staat het ezelsbruggetje
(fe)eesttenten?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

werkwoorden vervoegen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

(heißen)
Ich heiße Suzanne und
mein Hund ...... Bello.

Slide 14 - Open vraag

(reisen)
Joep ...... gerne mit der Bahn.

Slide 15 - Open vraag

ich (gehen) ............ nach Hause.

Slide 16 - Open vraag

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball

Slide 17 - Open vraag

Kapitel 4 - Grammatik
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Wat is eigenlijk een zwak werkwoord?

Slide 19 - Woordweb

Wat is eigenlijk een voltooid deelwoord?

Slide 20 - Woordweb

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 21 - Tekstslide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 22 - Tekstslide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 23 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden  

Slide 24 - Tekstslide

Wat is eigenlijk een sterk werkwoord?

Slide 25 - Woordweb

Basisregel voor het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet je simpelweg leren. 

Bijvoorbeeld:
beschrijven - beschreven / beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen / schwimmen - geschwommen

Slide 26 - Tekstslide

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 27 - Tekstslide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 28 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 29 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 30 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 31 - Open vraag