'will' en 'shall' uitleg

'Will' en 'shall'
Uitleg over de toekomende tijd
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

'Will' en 'shall'
Uitleg over de toekomende tijd

Slide 1 - Tekstslide

will, shall, won't

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de toekomende tijd?
A
Als iets al is gebeurt
B
Als iets nu gebeurt
C
Als iets nog gaat gebeuren

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Shall
Shall gebruik je bij vraagzinnen met we en I.

Shall I start tomorrow?

Je  kan het ook bij bevestigende en ontkennende zinnen met we en I gebruiken, maar dat komt niet veel meer veer.

Slide 8 - Tekstslide

It _____ today (rain)
A
won't rain
B
will rain
C
shall rain
D
will raining

Slide 9 - Quizvraag

_____ we _____ some flowers for her? (buy)
A
will buy
B
will buying
C
shall buy
D
won't buy

Slide 10 - Quizvraag

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 11 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 12 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 13 - Sleepvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 14 - Sleepvraag

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 15 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you your money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 16 - Sleepvraag

+ You _____ piano (play)

Slide 17 - Open vraag

- They _____ pizza (order)

Slide 18 - Open vraag

? _____ I _____ that for you? (do)

Slide 19 - Open vraag

Hoe goed snap je dit onderdeel?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

make/ learn
woordtrainer 3.2
Versterk jezelf:  will/ shall

Slide 21 - Tekstslide