Par. 6.6 Het Gedrag

Par. 6.6 Het Gedrag
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Par. 6.6 Het Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Vorige les
Doel 
Uitleg
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Vorige les
Doel
Uitleg
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Wat weten jullie over het oog van de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met het woord gedrag. 

Slide 5 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag is alles wat een mens of dier doet.

Slide 6 - Tekstslide

Handelingen
Gedrag bestaat uit meerdere handelen.
Denk bijvoorbeeld aan: bewegen, slapen, 
geluiden maken, voeden. Handelingen hangen 
allemaal met elkaar samen. 
Denk bijvoorbeeld aan 
de handelingen bij het jachtgedrag 
van een lynx.


Slide 7 - Tekstslide

Responds
Een reactie op een prikkel heet respons.
Gedrag is respons op een prikkel.
Je kan zelf bepalen welk gedrag je laat zien.
Wanneer je ziet dat een klasgenoot de fietsband 
van je vriend laat leeglopen, kun je kiezen om er 
iets van te zeggen of om te doen alsof je het niet ziet.

Slide 8 - Tekstslide

Gedrag beïnvloeden 
Er zijn veel stoffen die het zenuwstelsel beïnvloeden, bijvoorbeeld alcohol, sommige medicijnen en drugs.
Van deze middelen wordt alcohol het meeste gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Alcohol
Iedereen heeft wel een reden om wel of geen alcohol te gebruiken.
Reden die vaak genoemd wordt: erbij willen horen, nieuwsgierigheid, verveling, ontspanning en gezelligheid, ook stoer doen kan een reden zijn om te gaan drinken.
Sommige mensen drinken om hun problemen te vergeten.
Reden om niet te drinken zijn: het is slecht voor je gezondheid of jammer van het geld, sommige mensen hebben slechte ervaringen met alcohol, soms zijn er mensen die geen behoefte hebben aan alcohol of er niet in geïnteresseerd zijn.
in de islam is alcohol verboden.
Alcoholhoudende dranken worden meestal in drie groepen gedeeld: bier, wijn, sterke drank en mixdrank.


Slide 10 - Tekstslide

Alcohol
Als je op jongere leeftijd vaak drinkt, dan kan je meer kans op een verslaving.

Verslaving is als je iets nodig hebt om te uiteindelijk voor kort e tijd goed te voelen en er steeds van nodig hebt en er niet meer van af kan blijven.
Er is meer kans op agressie en geweld als je te veel alcohol drinkt.
Je hebt een grotere kans op verkeersongelukken of verkeersslachtoffer te worden als je alcohol drinkt en aan het verkeer deel neemt.



Slide 11 - Tekstslide

Effecten van Alcohol
De alcohol die iemand drinkt, komt in je bloed.
De hoeveelheid alcohol in het bloed geef je aan in promille.
Na het drinken van één glas bier zit er al 0,2 promille alcohol in je bloed.
Via het bloed, komt alcohol op alle plaatsen in het lichaam, dus ook bij je hersenen.
Je hersenen ontwikkelen zich tot de 24ste levensjaar.
Alcohol verstoort de ontwikkeling en beschadigt zo de hersenen. Hierdoor heb je je verdere leven kans op geheugenstoornissen, leerstoornissen, depressies en andere emotionele problemen.
Het is goed om tot je 24ste weinig of geen alcohol te drinken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Video

Zelfstandig werken
Blz. 100 t/m 104
Succes. 
timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide

Les afsluiten
Hebben we het doel behaald? De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met het woord gedrag. 
Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er en volgende les beter?

Slide 16 - Tekstslide