HAVO 2 HS 2 Les 2

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
  - test voc. A en B  
  - uitleg gram. D  
  - m. opdracht 16 t/m 18
                     
               LESDOEL
Aan het einde van deze les ken je de plaats en de vorm van het bijv. naamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

VERTAAL: de ouders

Slide 3 - Open vraag

VERTAAL: naar de stad gaan

Slide 4 - Open vraag

VERTAAL: vanavond

Slide 5 - Open vraag

VERTAAL: nieuw

Slide 6 - Open vraag

VERTAAL: de koe

Slide 7 - Open vraag

VERTAAL: de tweelingzus

Slide 8 - Open vraag

VERTAAL: slapen

Slide 9 - Open vraag

VERTAAL: omdat

Slide 10 - Open vraag

VERTAAL: Ja, ik heb een kleine zus.

Slide 11 - Open vraag

VERTAAL: wij vinden het leuk om te sporten.

Slide 12 - Open vraag

VERTAAL: Heb jij een dier?

Slide 13 - Open vraag

VERTAAL: Is zij aardig?

Slide 14 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Mon frère est grand - Mijn broer is groot
Mon grand frère - Mijn grote broer.

Slide 15 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
een lidwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een werkwoord

Slide 16 - Quizvraag

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord is: v >
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es
voorbeeld
voorbeeld
enkelvoud
Il est petit
Elle est petite
meervoud
Ils sont petits
Elles sont petites

Slide 17 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm.
Beau = mooi / nouveau = nieuw / vieux = oud
Deze leer je uit je hoofd!

il est beau
elle est belle
ils sont beaux
elles sont belles
il est nouveau
elle est nouvelle
ils sont nouveaux
elles sont nouvelles
il est vieux
elle est vieille
ils sont vieux
elles sont vieilles

Slide 18 - Tekstslide

Ma mère est ....
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 19 - Quizvraag

Elle a les cheveux (m) ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 20 - Quizvraag

Je trouve qu'elle est ...
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 21 - Quizvraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Le T-shirt est (vert)

Slide 22 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Ma cousine est (content)

Slide 23 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Les chiens sont (méchant)

Slide 24 - Open vraag

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. 
Behalve het rijtje hieronder, de zogenaamde 12 musketiers. Die moet je uit je hoofd leren. Alleen deze staan dus VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon / Beau / Joli
Haut / long / petit
Jeune / grand
Vieux / mauvais 
Nouveau / Gros

Slide 25 - Tekstslide

Les Devoirs

Faire: ex. 16 t/m 18 online hs 2
Apprendre: A t/m D    

Slide 26 - Tekstslide

WAT HEB JE VANDAAG GELEERD?

Slide 27 - Tekstslide

HOE VOND JE DE LES GAAN?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide