Révision des verbes

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Le programme pour aujourd'hui
- Interrogation des verbes + les nombres 21-69
- Explication du passé composé
- Au travail!
- Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

wij willen =
A
nous voulez
B
nous veulons
C
nous voulons
D
vous voulez

Slide 3 - Quizvraag

u heeft =

Slide 4 - Open vraag

jij houdt van =
A
tu aimer
B
tu aime
C
tu aimes
D
tu aimons

Slide 5 - Quizvraag

jij wilt =

Slide 6 - Open vraag

zij zijn (groep jongens) =
A
ils ont
B
ils sont
C
il a
D
il est

Slide 7 - Quizvraag

ik ga =

Slide 8 - Open vraag

ik ben dol op =
A
j'aime
B
j'aimes
C
j'adores
D
j'adore

Slide 9 - Quizvraag

jullie gaan =

Slide 10 - Open vraag

zij wil =
A
elle veut
B
elle vouloir
C
elle vout
D
elles veulent

Slide 11 - Quizvraag

u wilt =

Slide 12 - Open vraag

zij gaan (groep jongens) =
A
ils allont
B
ils vont
C
ils ont
D
ils sont

Slide 13 - Quizvraag

zij willen (groep meisjes) =

Slide 14 - Open vraag

25 =
A
vin-cinq
B
vingt-cinq
C
vingt cinq
D
vingt-sinq

Slide 15 - Quizvraag

33 =

Slide 16 - Open vraag

58 =
A
cinqaunte-huit
B
cinquante-wiet
C
cinquante-huit
D
cinquante-uit

Slide 17 - Quizvraag

49 =

Slide 18 - Open vraag

61 =
A
soixante et un
B
soixante-un
C
cinquante et un
D
soixante et une

Slide 19 - Quizvraag

Explication du passé composé
De passé composé gebruik je om te vertellen over iets wat je in het verleden hebt gedaan.

Ik heb gegeten.
Jij hebt geleerd.
Wij hebben gevoetbald.

Slide 20 - Tekstslide

Explication du passé composé
Een passé composé bestaat altijd uit 2 delen:
1. een hulpwerkwoord
2. een voltooid deelwoord

Exemple:
Wij hebben tv gekeken.         =      Nous avons regardé la télé.

Slide 21 - Tekstslide

Explication du passé composé
Er zijn 2 soorten hulpwerkwoorden:
1. avoir (= hebben)
2. être (= zijn)

Exemple:
1. J'ai dansé toute la nuit.
2. Je suis arrivé à dix heures.

Slide 22 - Tekstslide

Explication du passé composé
Hoe maak je dan een voltooid dlw. in het Frans bij ww. op -er?
Stap 1: Je haalt -er van het ww. af.
Stap 2: Je voegt een é toe.

Exemple: Stap 1: donner (= geven) wordt donn
                     Stap 2: donn wordt donné (= gegeven)
ik heb gegeven = j'ai donné, jij hebt gegeven = tu as donné, etc.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zeg ik dan...
kopen = acheter      spelen = jouer      oefenen = pratiquer
1. jij hebt gekocht =
2. jullie hebben gespeeld =
3. zij hebben geoefend =

Slide 24 - Tekstslide

Onregelmatige voltooide dlw.
Attention! Bij de volgende werkwoorden kan ik niet de 2 stappen toepassen:
être               -     été            J'ai été malade.
avoir             -     eu              Tu as eu une bonne note.
prendre       -    pris            Elle a pris un taxi.
faire              -    fait              Nous avons fait du foot.
vouloir         -    voulu          Ils ont voulu un chien.

Slide 25 - Tekstslide

Au travail!
1. D'abord, tu fais les exercices 7, 8 et 9 à la page 26 et 27 du document.

Slide 26 - Tekstslide

Les devoirs
Les devoirs pour mardi le 21 septembre:
- Finir les exercices 7, 8 et 9 du document
- Apprendre les notes (aantekeningen) du passé composé

Slide 27 - Tekstslide