bs1, 2 en 8 Wat is verbranding

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Verbranding en ademhaling

Thema 1 

HAVO/VWO 3

Verbranding en ademhaling

Stofwisseling

Verbranding

Koudbloedig en Warmbloedig

Leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose. 

2. Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

3. Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit

4. Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat

5. Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven

Stofwisseling

1. Fotosynthese

2. afbraak van glucose

3. Mitochondriën (mitochondrium)

Stofwisseling

Stofwisseling: Omzetten van stoffen in andere stoffen, alle cellen van alle organismen kunnen dit. 

Fotosynthese:

water + koolstofdioxide + energie → glucose + zuurstof

Fotosynthese

Plantencellen

Bladgroenkorrels

Plantencellen

Bladgroenkorrels

Fotosynthese / verbranding

Fotosynthese:

 koolstofdioxiode  +  water +  zon/energie =   glucose en zuurstof

Verbranding in mitochondrium:
Glucose/brandstof  +  zuurstof  =  energie + water en koolstofdioxide

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Afbraak

-Glucose wordt afgebroken om energie vrij te maken

-De afbraak gebeurd in de mitochondriën

Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.

mitochondriën = energiefabriekjes

Kringloop van verbranding en fotosynthese

Vragen

Bij welk proces komt energie vrij?

Vindt in gras fotosynthese plaats?

En verbranding?

Welke cellen in ons lichaam hebben veel mitochondriën?

Koud- en warmbloedig

• Verbruikt een koudbloedig dier meer of minder energie dan een warmbloedig dier?
• Waarom houden sommige dieren een winterslaap?

1. Koudbloedig
2. Warmbloedig

1. Warmbloedig
2. Koudbloedig

1. Koudbloedig
2. Warmbloedig

1. Warmbloedig
2. Koudbloedig

Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, hun basale stofwisseling is bij gelijke buitentemperatuur hoger dan de basale stofwisseling van koudbloedige dieren.

Een kikker is dus koudbloedig, een muis warmbloedig.

Bij koudbloedige dieren geldt: hoe warmer, hoe actiever, dus hoe hoger de stofwisseling.

Een kikker in een ruimte van 20 graden heeft een hogere temperatuur dan een kikker in een ruimte van 5 graden en de kikker bij 20 graden is dus actiever dan de kikker bij 5 graden.

Bij warmbloedige dieren is er juist meer verbranding als de buitentemperatuur lager is, het kost meer energie om zichzelf warm te houden.

De muis bij 5 graden verbruikt meer energie dan de kikker bij 20 graden, dus in die bak zal de zuurstof het snelst afnemen.

De kikker bij 5 graden heeft het minste energie nodig, dus het minste verbranding, dus daar zal het minste CO2 aanwezig zijn.

Leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose. 

2. Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

3. Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit

4. Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat

5. Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven

Aan de slag: 

BS1: Opgave 1-9

BS2:  Opgave 1-9

BS8: Opgave 1-4