A1 zinnen maken presens

Lesplan
1. Welkom Zeyneb! 
2. Wat ga je in het weekend doen?
3.  Spreken: vragencarrousel
4.  Uitspraak: oe - uu. 
5. Grammatica: Ik drink koffie. Hij drinkt melk. 
 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Lesplan
1. Welkom Zeyneb! 
2. Wat ga je in het weekend doen?
3.  Spreken: vragencarrousel
4.  Uitspraak: oe - uu. 
5. Grammatica: Ik drink koffie. Hij drinkt melk. 
 

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les: 

Je kunt vertellen wat je in het weekend gaat doen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je in het weekend doen?
Sta op als je ....

1) gaat voetballen;
2) je vrienden gaat bezoeken;
3) in het park gaat wandelen;
4) met je kinderen gaat knutselen;
5) koffie met je buren gaat drinken. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Zinnen maken
1
2
3
Ik
lees
de tekst.
     Hij 
   drinkt

   gaan  
           koffie.

       naar huis.


  Wij

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link


Taal spel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Goed gedaan!

Slide 11 - Tekstslide

Klasafspraken
1. Op tijd naar de les komen. 
2. Te laat of ziek of naar de les niet kan komen? - Stuur voor de les een bericht naar de docent. 
3. Afspraken met de huisarts, gemeente, familie, vrienden, enz. buiten schooltijd. 
4. Wil je roken? - Graag buiten in de rookzones. 
5. Wij hebben 15 minuten pauze per les. 
6. Zet je telefoon op "stil" tijdens de les. 

Slide 12 - Tekstslide

hebben 

Ik heb een auto. 
Jij hebt een auto/ Heb jij een auto? 
U hebt/heeft een auto. 
Hij heeft een auto.
Zij heeft een auto. 
Wij hebben een auto. 
Jullie hebben een auto.
Zij hebben een auto. 
Het heeft ....

zijn 

Ik ben Asia. 
Jij bent Khadija/ Ben jij Khadija? 
U bent Hakim. 
Hij is Ali. 
Zij is Atdaal. 
Wij zijn mensen. 
Jullie zijn cursisten.
Zij zijn kinderen. 
Het is .....

Slide 13 - Tekstslide

Kennismaken
1. Hoe heet je? Wat is je naam?                             Ik heet .....
2. Waar kom je vandaan?                                         Ik kom uit .....
3. Hoe oud ben je?                                                      Ik ben ...... jaar oud.
4. Hoe lang woon je in Nederland?                     Ik woon .... maanden/jaar in Nederland.
5. Waar woon je in Nederland?                             Ik woon in ......
6. Ben je getrouwd?                                                   Ik ben getrouwd/Ik ben niet getrouwd.
7. Heb je kinderen?                                                      Ik heb ..... kinderen/ Ik heb geen kinderen.
8. Wat doe je in je vrije tijd?                                     Ik lees een boek/ ik reis/ ik luister naar muziek.....

Slide 14 - Tekstslide

14
28
16
37
54
99
11
38



Bingo

Slide 15 - Tekstslide

Wie is het? 
1. Ben jij een man? 
2. Ben jij een vrouw?
3. Ben je jong? 
4. Ben je oud? 
5. Heb je bruine/blauwe/groene/grijze ogen? 
6. heb je korte/lange haren? 
7. heb je blonde/rode/donkere haren? 

Slide 16 - Tekstslide

werkwoorden vervoegen

Slide 17 - Tekstslide

werkwoorden A2

de tijden van het werkwoord

Slide 18 - Tekstslide

Hoe was de les van vandaag?
A
moeilijk
B
saai
C
makkelijk
D
leuk

Slide 19 - Quizvraag