bijvoeglijk naamwoord en samenstellingen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

Spelling
- H. 13 Bijvoeglijk naamwoord
- H. 14 Samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

een (zilver) schaal
A
zilvere
B
zilveren

Slide 3 - Quizvraag

een (bevrijden) gevangene
A
bevrijdde
B
bevrijde
C
bevrijden

Slide 4 - Quizvraag

het (vinden) voorwerp
A
gevonde
B
gevonden

Slide 5 - Quizvraag

Blz. 56

Slide 6 - Tekstslide

Lees de theorie op blz. 56.

Maak opdracht 7 en 8 (blz. 57).
Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

H. 14 Samenstellingen

Je leer hoe je samengestelde woorden moet schrijven. 

Slide 9 - Tekstslide

Tussen-en:
- Bij meervoud alleen op -en (paardenstal)

Tussen-e:
- Bij meervoud op -s, of een meervoud op -s of -n (groentesoep)
- Als een woord geen meervoud heeft (tarwebrood)
 - Als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt (beresterk)

Slide 10 - Tekstslide

Tussen -s:
- Als je de s hoort (vrijheidsbeeld, levensstijl).

Tussen -r:
- bij woorden met een meervoud op -eren (balderdek, eierdop).

Slide 11 - Tekstslide

krant + bezorger
A
krantebezorger
B
krantenbezorger

Slide 12 - Quizvraag

er + naar + toe
A
er naar toe
B
ernaar toe
C
ernaartoe

Slide 13 - Quizvraag

lente + kriebels
A
lentekriebels
B
lentenkriebels

Slide 14 - Quizvraag

reuze + handig
A
reuze handig
B
reuzenhandig
C
reuzehandig

Slide 15 - Quizvraag

dorp + straat
A
dorpstraat
B
dorpsstraat

Slide 16 - Quizvraag

rijst + pap
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 17 - Quizvraag

Ga naar Numo en oefen met de taak Samenstellingen. 

De taak moet uiterlijk maandag af zijn (minimaal 80% goed). 
Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
- Doe je je spullen in je tas
- Blijf je zitten tot de bel gaat

Als de bel gaat:
- Schuif je je stoel aan
- Loop je rustig naar de volgende les toe

Slide 19 - Tekstslide