Circulair ondernemen

Circulair ondernemen H1
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Circulair ondernemen H1

Slide 1 - Tekstslide

Circulaire economie
= een systeem waarbij de bedoeling is om herbruikbaarheid van grondstoffen en goederen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. 

Zo ontwerpen dat iets makkelijk te vervangen is of een ander doel kan krijgen. 

Slide 2 - Tekstslide

particulieren verhuren hun huis als ze zelf op vakantie zijn, zo zijn er minder vakantie huizen nodig
A
Wel
B
Niet

Slide 3 - Quizvraag

Particulieren huren hun koelkast, de koelkast gaat na gebruik weer terug naar de verhuurder die de grondstoffen hergebruikt
A
Wel
B
Niet

Slide 4 - Quizvraag

Het gebruikte koffiedik van een cafe wordt gebruikt om champignons op te kweken.
A
Wel
B
Niet

Slide 5 - Quizvraag

Via een website kun je je aanmelden om een thuis gekookte maaltijd te kopen bij iemand in de buurt.
A
Wel
B
Niet

Slide 6 - Quizvraag

Waarom nodig?
- Middenklasse groeit -> bestedingen nemen toe
- Wegwerpcultuur = eerder weggooien dan repareren 
-> door industrialisatie en globalisatie


-> gevolg: meer vraag naar producten en dus grondstoffen -> grondstoffen raken op.


Slide 7 - Tekstslide

Waarom zorgt industrialisatie en globalisatie voor steeds goedkopere goederen?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent MVO

Slide 9 - Open vraag

MVO
= maatschappelijk verantwoord ondernemen

3 kernwaardes:
1 People (welzijn van mensen binnen en buiten bedrijf)
2 Planet (beperken van verspilling grondstoffen en uitstoot)
3 Profit (winst, anders is MVO niet mogelijk)

Slide 10 - Tekstslide

Niet alles is circulaire economie
Recyclingseconomie valt er niet onder, want veel wordt alsnog vernietigd.

Deeleconomie valt er niet onder, wel sprake van minder gebruik van grondstoffen maar niet van hergebruikmaximalisatie. Wel sprake van gebruiksmaximalisatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Lineair VS circulair 

Slide 12 - Tekstslide

Lineair  
- Macht ligt bij verschillende partijen 
  •  Producent: bepaald hoe en wat er gemaakt wordt
  • Consument: verantwoordelijkheid voor hoe ermee om te gaan
Circulair 
- Ideaal: Macht bij 1 persoon 

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen
Verbruiksgoederen = Moet telkens opnieuw gekocht worden. 
- Niet-duurzaam
Yoghurt

Gebruiksgoederen = Worden meerdere malen gebruikt en niet vaak opnieuw gekocht
- Wel duurzaam 
Koffiezetapparaat

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden verbruiksgoederen

Slide 15 - Woordweb

Voorbeelden gebruiksgoederen

Slide 16 - Woordweb

Herhaling h1

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent MVO

Slide 18 - Open vraag

Welke van de volgende begrippen horen NIET tot de drie kernwaarden die bij MVO horen?
A
People
B
Planet
C
Peace
D
Profit

Slide 19 - Quizvraag

Voorbeelden verbruiksgoederen

Slide 20 - Woordweb

Voorbeelden gebruiksgoederen

Slide 21 - Woordweb

Hoofdstuk 2 Product diensten model

Slide 22 - Tekstslide

Product dienstenmodel
= Niet langer leveren van goederen maar het leveren van diensten wordt het verdienmodel.

Gebruikt om de circulaire economie te bevorderen.

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen voor organisaties
Aandacht naar 4 onderdelen: 
1. uitstekende prestaties van producten gedurende hun levenscyclus. 
2. onderhoud klantrelaties gedurende de gehele levenscyclus.
3. klantervaringen delen, klant wordt medeproducent.
4. medeverantwoordelijkheid creëren bij de consument. 

Slide 24 - Tekstslide

Voorfinanciering
Samenwerkingen:
1. grote onderneming sponsort beginnende onderneming
2. kleine ondernemingen sponseren elkaar -> co-creatie 
3. private investeerders
- soms participatiemaatschappij -> geldversterking en geen lening -> aandeel in bedrijf
- durfkapitaal als er zonder trackrecord mee wordt gegaan. 
4. crowdfunding 

Slide 25 - Tekstslide

Financiering tijdens het product-dienst verdienmodel
1. kosten van grond- en hulpstoffen
- verminderd door circulair ondernemen
- door aanpassingen van ontwerp kan hulpstoffen toenemen

2. kosten van duurzamen productiemiddelen
- gekochte spullen horen nu bij vaste activa
-> grondstoffendepots 
- na hergebruik kan er downcycling zijn = grondstof is van mindere kwaliteit -> afschrijven op depots.

Slide 26 - Tekstslide

Financiering tijdens het product-dienst verdienmodel
3. kosten van de arbeid
- meer onderzoek nodig voor ontwikkelingen
- kosten veranderen maar hoe is onbekend

4. kosten van huisvesting 
- winkel niet meer nodig
- locatie kan dus buiten centrum, of juist erin 

Slide 27 - Tekstslide

Meer
Minder
Gelijk/hetzelfde
Technisch monteur
Sales manager
Klantenservice
Productontwerper

Slide 28 - Sleepvraag

Maken opdracht 2.2

Staaf blijft even hoog maar de kosten veranderen (niet voor alles).

Slide 29 - Tekstslide

Gevolgen voor eindgebruikers
Consument: niet 1 groot bedrag maar elke maand een vastbedrag.

Bedrijf: 

Slide 30 - Tekstslide

Gevolgen voor eindgebruikers
Van kortetermijndenken naar langetermijndenken
- door beloningen
- door berichten

Slide 31 - Tekstslide

Mogelijkheden voor de overheid
Verschuiven van belastingen en accijns:
- Belasting heeft geen invloed op winst bedrijf maar wel op koopgedrag consument.
            - ontmoedigen van het kopen van bepaalde producten

Accijns = verbruiksbelasting.

Slide 32 - Tekstslide

Overheid
Nu kan je accijns op duurzame energie terugvragen.
- ideaal: grondstoffen duurder maken

Verwijderingsbijdrage: extra kosten om een product te kunnen recyclen
eerst: consument laten betalen
nu: bedrijven 

Slide 33 - Tekstslide

Gebruikers van het product-dienstmodel ervaren:

A
Meer onzekerheid
B
Minder onzekerheid
C
Hoge startuitgaven
D
Hoge onderhoudskosten

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Link

H3 Circulaire inputmodel
  • Het tweede model dat besproken wordt, is het circulaire inputmodel. Hier wordt goed gekeken naar het optimaal gebruik van hernieuwbare grondstoffen en het vervaardigen van biologisch afbreekbare en recyclebare grondstoffen.

  • De levensduur van de grondstoffen wordt verlengd in dit model. 

Slide 36 - Tekstslide

Mogelijkheden voor organisatie
1. Hernieuwbare grondstoffen
  • Dit zijn bijvoorbeeld grondstoffen die jaarlijks geoogst kunnen worden, zoals stro, bamboe of andere gewassen. 
  • Papier kan bijvoorbeeld gemaakt worden van bomen, bamboe of olifantsgras.
  • Er wordt gekeken naar twee punten:
    De snelheid van de groei
    De belasting voor de aarde tijdens groei en oogst




Downcycling = grondstof niet vernietigen maar degradatie van de grondstof

Slide 37 - Tekstslide

Waarom?
Toepasbaarheid staat voorop. 
- Zekerheid voor aanvoer grondstoffen gegarandeerd. 
- Beperkte prijsschommelingen
- Beeldvorming -> imago

Slide 38 - Tekstslide

Mogelijkheden voor organisatie
2. De waarde van afval
  • Afvalwaardemodel = kijken wat er nog met afval gedaan kan worden. 

Recycling = grondstoffen worden verwerkt en krijgen zelfde functie.

Upcycling = grondstoffen krijgen een nieuwe functie waardoor de grondstof meer waard wordt. 

Downcycling = grondstof niet vernietigen maar degradatie van de grondstof

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Zichtbaarheid eindgebruiker
1 afval minimaliseren door aanbod en vraag beter op elkaar af te stemmen
- Alleen produceren op bestelling
* nadeel: geen snelle levering dus niet voor alle producten geschikt.

- Minder tijd tussen ontwerp collectie en uitbreng collectie

Slide 41 - Tekstslide

Zichtbaarheid eindgebruiker
2 Grondstoffen hergebruiken
voorbeeld: leasen
- 1: na 12 maanden is het product van jou
- 2: na 12 maanden lever je het product in en krijg je een nieuwe
- 3: na 12 maanden lever je het product in en krijg je een kortingsbon voor een volgende keer

* business-to-business

Slide 42 - Tekstslide

Mogelijkheden overheid
- Er zijn veel opdrachten die komen vanuit de overheid
- Europese regels volgen-> aanbestedingsprocedure
- Zicht houden op bepaalde (grote) opdrachten

Slide 43 - Tekstslide

Wat kun je zelf doen?

Slide 44 - Woordweb

H4 Levensduurmodel
= je bezighouden met de verlenging van de levensduur van je producten of grondstoffen.
VB. onderdelen krijgen een langere levensduur of onderdelen kunnen makkelijker vervangen worden

Slide 45 - Tekstslide

Mogelijkheden organisaties
1 Herfabricage 
-  Grondstoffen uit elkaar halen voor recycling 


Andere benaming:
- Remontabele goederen
- Remanufacturing

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Mogelijkheden organisaties
2 Levensduurverlenging
- Verbeteren van producten
- Levenscyclus: introductie wordt steeds goedkoper


opdracht 4.1

Slide 48 - Tekstslide

Mogelijkheden organisaties
3 Refurbishing 
= Telefoon wordt gerenoveerd, oude telefoon wordt helemaal nagelopen en kapotte onderdelen worden vervangen.
- beter dan gebruikt en soms zelfs als nieuw


Slide 49 - Tekstslide

Modulaire telefoon
Zelf je telefoon repareren, voordelen:

1. je kan je telefoon naar wens samenstellen
2. de onderdelen die minder snel stuk gaan krijgen een langere levensduur

Slide 50 - Tekstslide

De eindgebruiker saboteert 
1 Mensen zijn gewoontedieren
- Persoonlijke verhalen helpen
- Gunfactor, cijfers hebben nauwelijks invloed
- Cijfers alleen goed voor zakelijke beslissingen
- Nu: verandering door thuisbezorgd en online bestellen

Slide 51 - Tekstslide

Eindgebruiker saboteert 
2 Egocentrisme van de consument
- Verduurzaamd product moet aan dezelfde eisen voldoen en niet veel duurder zijn
- Verkrijgbaar op dezelfde plekken
- Verpakking niet belangrijk voor consument -> mooi product 

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Mogelijkheden overheid
Keurmerk
2 dingen die de overheid kan doen:
- Beloning wanneer je kiest voor een keurmerk
- Betrouwbaar keurmerk 
* geaccrediteerd keurmerk = onafhankelijk en deskundig gecontroleerd door een externe partij.

Bedrijfskeurmerk is dus minder betrouwbaar

Slide 54 - Tekstslide

Hoe draagt een keurmerk bij in de marketing bij product, prijs en promotie

Slide 55 - Open vraag