28-01-2025 les V1A gram bez vnw

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prends ton livre
10 minutes d'apprentissage


- Voca E + F (F-NL / NL-F) → p.130
Le verbe être → p.133
- Le verbe avoir → p.55
- Les verbes en -er → p.72
Bonjour à tous!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prends ton livre
10 minutes d'apprentissage


- Voca E + F (F-NL / NL-F) → p.130
Le verbe être → p.133
- Le verbe avoir → p.55
- Les verbes en -er → p.72
Bonjour à tous!

Slide 1 - Tekstslide

Wo 5 februari- PW EFGH ch.3
- Voca E + F (F-NL / NL-F) → p.130
- Phrases-clés G (F-NL / NL-F) → p.132
- Grammaire H → p.133
- Le verbe être → p.133
- Le verbe avoir → p.55
- Les verbes en -er → p.72


Slide 2 - Tekstslide

Prends le livre à la page 126
Lis la grammaire en silence

Slide 3 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands


Welke bezittelijke voornaamwoorden zijn er in het Nederlands?


Slide 4 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Werkt het hetzelfde in het Frans?
-> Nee

In het Frans hangt het bezittelijk voornaamwoord altijd af van het zelfstandig naamwoord dat erna komt!

Slide 5 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans






het huis, de rugzak, de moeder

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering
Als het zelfstandig naamwoord met een klinker of met 'h' begint, dan gebruik je de mannelijke vorm (mon, ton son)

Mijn vriendin = mon amie
Jouw school = son école

Slide 7 - Tekstslide

Exemples
Vertaal de bezittelijke voornaamwoorden  tussen haakjes:

1. (Jouw) frère = ________
2. (Mijn) parents = _______
3. (Jullie) chiens = _______
4. (Mijn) mère = __________





Slide 8 - Tekstslide

Exemple

Haar broer = ......

Slide 9 - Tekstslide

Au travail!
Fais les exercices 30c, 30d, 30e, 31a, 31c

Fini? -> fais exercice 31d OU apprends pour le test
- Voca E + F (F-NL / NL-F) → p.130
- Phrases-clés G (F-NL / NL-F) → p.132
- Grammaire H → p.133
- Le verbe être → p.133
- Le verbe avoir → p.55
- Les verbes en -er → p.72


Slide 10 - Tekstslide