Wat is recht?

Orientatie recht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Orientatie recht

Slide 1 - Tekstslide

Wat is recht?
Wat is recht?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is recht volgens jou?

Slide 3 - Open vraag

Wat is recht?
  • Recht is overal
  • Afhankelijk van de normen & waarden 
  • Regels
  • Rechtvaardigheid

Slide 4 - Tekstslide

Waarden en Normen

Waarden:  Dingen die in ons leven belangrijk zijn 


Normen: Gedragsregels
oftewel concrete regels waar je de ander (of jezelf) op kunt afrekenen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
Waarde: Veiligheid.
Norm: Iedereen die een bouwplaats betreedt, moet een helm dragen

Waarde: Privacy
Norm: U wordt verzocht afstand te houden op uw voorganger

Slide 6 - Tekstslide

Noem een waarde
die voor jou
belangrijk is met
een bijbehorende norm

Slide 7 - Woordweb

Omschrijving van het recht
Een exacte betekenis is er niet.  Het wordt omschreven als:

'het geheel van overheidsregels dat op een bepaald moment geldt in een samenleving' 

Slide 8 - Tekstslide

Doel van het recht

      • Ordenen van de samenleving
      • Zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten
      • Rechtszekerheid
      • Rechtvaardigheid

      Slide 9 - Tekstslide

      Rechtsregels
      1.  Gemaakt door de overheid
      2. Zijn algemeen geldend
      3. Rechter beslist bij niet naleving

      Slide 10 - Tekstslide

      Mario rijdt graag heel erg hard. Op een dag rijdt hij 150 waar hij 100 mag. Hij krijgt een bekeuring. Van welk rechtsdoel is er sprake?
      A
      Oplossen van conflicten
      B
      Ordenen van de samenleving
      C
      Rechtszekerheid
      D
      Rechtvaardigheid

      Slide 11 - Quizvraag

      Buurman A heeft een beweegbare camera voor zijn eigen veiligheid. De camera kijkt uit op de tuin van buurman B . Hij vindt dat buurman A de camera moet weghalen, omdat zijn privacy wordt geschonden. Van welk rechtsdoel is er sprake?
      A
      Ordenen van de samenleving
      B
      Rechtszekerheid
      C
      Oplossen van conflicten
      D
      Rechtvaardigheid

      Slide 12 - Quizvraag

      Rechtsgebieden
      • Publiekrecht= regels voor de juridische verhouding tussen burgers
        en bedrijven enerzijds en de overheid anderzijds.
         
      • Privaatrecht= regels voor de juridische relaties tussen
        burgers onderling
        en tussen burgers en bedrijven.



      Slide 13 - Tekstslide

      Rechtsgebieden
      Staatsrecht:
      Regels over de organisatie van de Staat en de bevoegdheden
      Bestuursrecht:
      Regels waaraan de overheid zich moet houden als zij het land bestuurt
      Strafrecht:
      Geboden en verboden waarbij de overheid de enige is die kan straffen als iemand een strafbepaling heeft geschonden

      Slide 14 - Tekstslide

      Welk rechtsgebied is dit?

      Slide 15 - Tekstslide

      Welk rechtsgebied is dit?

      Slide 16 - Tekstslide

      Welk rechtsgebied is dit?

      Slide 17 - Tekstslide

      Welk rechtsgebied is dit?

      Slide 18 - Tekstslide

      Welk rechtsgebied is dit?

      Slide 19 - Tekstslide

      Materieel en formeel recht
      Materieel recht:
      Rechten en plichten  (de regels) VB: Wanneer heb ik een strafbaar feit begaan?, Wie is belanghebbende? Wat is een overeenkomst?

      Formeel recht:
      De procedure --> Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd (ook wel het procesrecht genoemd, waar bevindt het zich?)VB: hoelang mag een verdachte worden verhoord, welke rechter is bevoegd? Kan ik in hoger beroep? Hoelang heb ik om bezwaar te maken?


      Slide 20 - Tekstslide

      Materieel en formeel recht
      Materieel recht:
      Rechten en plichten  (de regels) 

      Formeel recht:
      De procedure --> Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd (ook wel het procesrecht genoemd, waar bevindt het zich?


      Slide 21 - Tekstslide

      Materieel en formeel recht
      Materieel en formeel recht wordt gebruikt bij drie rechtsgebieden

      Burgerlijk recht (materieel: Burgerlijk Wetboek, formeel: Burgerlijk Rechtsvordering)

      Strafrecht (materieel: Wetboek van Strafrecht, formeel: Wetboek van Strafvordering)

      Bestuursrecht (materieel: Awb H1,2,3,4 & 10, formeel: Awb H 5,6,7,8 & 9)

      Slide 22 - Tekstslide

      Bronnen van het recht
      • Wet
      • Jurisprudentie
        vb: Salduz arrest
      • Internationale verdragen
      • Gewoonte
        vb: veemarkt

      Slide 23 - Tekstslide

      Bronnen van het recht
      Gewoonte
      Gewoonte is een rechtsbron als het langdurig in gebruik is oftewel van generatie tot generatie (binnen een bepaalde groep)

      VB: De veemarkt
      Op de veemarkt is het gebruikelijk dat koper en verkoper het product verkopen als zij elkaar 3x op de handen slaan of elkaar de hand schudden. Als dit is gebeurd is het product voor de koper. (eenmaal andermaal.. verkocht)

      Slide 24 - Tekstslide