In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Regenten en Vorsten
7.3 Democratische revoluties
Slide 1 - Tekstslide
1.
2.
3.
Wetenschappelijke Revolutie
Renaissance
Verlichting
Slide 2 - Sleepvraag
Economie van vraag en aanbod
A
Mercantilisme
B
Laissez-faire
Slide 3 - Quizvraag
10% van de mensen kan denken, maar zij moeten wel meer te zeggen hebben.
A
Voltaire
B
Rousseau
Slide 4 - Quizvraag
Macht van de koning komt niet van God, maar van de mensen.
A
Voltaire
B
Rousseau
C
Locke
D
Montesquieu
Slide 5 - Quizvraag
Deze vorst was niet een verlicht absoluut vorst
A
Catharina de Grote
B
Frederik van Pruissen
C
Lodewijk XIV
Slide 6 - Quizvraag
Tot welke stand hoorden de hertogen?
A
Eerste
B
Tweede
C
derde
Slide 7 - Quizvraag
Tot welke stand hoorde de paus?
A
Eerste
B
Tweede
C
derde
Slide 8 - Quizvraag
Naam voor het Frankrijk van voor de Franse Revolutie
Slide 9 - Open vraag
Naam voor de rijke derde stand
Slide 10 - Open vraag
7.3 De Democratische revoluties (dl 1 Franse Revo)
Vanwege belastinghervormingen moest Lodewijk XVI de standenvergadering bijeen roepen.
Elke stand had één stem. Derde stand boos -> stapt uit vergadering en richt Nationale Vergadering op. Lodewijk roept leger in. Opstand breekt uit.
Slide 11 - Tekstslide
Bestorming van de Bastille: start Franse Revolutie 14 juli 1789 (FOUT in boek). In heel Frankrijk plunderingen.
Nationale vergadering neemt democratische wetten aan: Rechten vd Mens & grondwet.
Alle mannen of met bepaald inkomen mogen stemmen?
Slide 12 - Tekstslide
Olv Robespierre wordt FR radicaal: terreur. Iedereen gelijk, tegenstanders onder guillotine.
Napoleon grijpt de macht en maakt einde aan FR. Veroveringen door heel Europa waarbij idealen FR opgelegd worden.
Slide 13 - Tekstslide
Nu
Maken bronnenopdracht Franse Revolutie Classroom
Slide 14 - Tekstslide
Na deze les:
Ken je de volgende begrippen: ancien regime, verlicht absolutisme
Ken je de volgende personen: Lodewijk XVI, Frederik de Grote, Catharina de Grote.
Kun je het volgende kenmerkende aspect toepassen: - Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Slide 15 - Tekstslide
Amerikaanse Revolutie
Zie Historische context Britse Rijk (5H).
Voorbeeld voor veel, waaronder Franse Revolutie.
Geïnspireerd op Plakkaat van Verlatinghe; vrijheid van godsdienst & vrijheid van meningsuiting.
Trias Politica doorgevoerd.
Slide 16 - Tekstslide
Bataafse Revolutie
Joan Derk van der Capellen tot den Pol komt in protest tegen stadhouders. Aanhangers JDCP worden patriotten genoemd.
Democratische beweging met scheiding van kerk en staat, gesteund door Frans leger. Willem V vlucht naar Engeland.
Bataafse Rep. wordt een eenheidsstaat waarbij gewesten macht verliezen.
Napoleon beëindigt de Bataafse Republiek -> NL wordt Frankrijk tot 1813.
Slide 17 - Tekstslide
Nu
Verder met opdracht 2 en 3 van Franse Revolutie
Slide 18 - Tekstslide
Na deze les:
Ken je de volgende begrippen: Amerikaanse revolutie, Bataafse Republiek, eenheidsstaat, patriotten.
Ken je de volgende personen: Joan van der Capellen tot den Pol, Napoleon.
Kun je het volgende kenmerkende aspect toepassen: - Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)