Juridisch les 3b

Juridisch les 7
Week 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema JuridischMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Juridisch les 7
Week 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
week 1: Introductie
week 2: Wetgevende, bestuurlijke en rechtsprekende taak
week 3: 5 rechtsgebieden
week 4: AVG - deel 1
week 5: AVG - deel 2
week 6: Veiligheid
week 7: Gevaarlijke stoffen
week 8: Vluchtwegen in je bedrijf
week 9: Opdracht op stage (in de bufferweek)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 rechtsgebieden ken je?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgerlijk Recht
Centrale woord in dit rechtsgebied is SCHADE
2 manieren schade lijden
1. wanneer iemand zich niet aan een afspraak (overeenkomst) houdt = wanprestatie
2. wanneer iemand jou iets aandoet, buiten een contract (vaas omstoten in huis) wat niet in strafrecht hoort = onrechtmatige daad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arrest Lindenbaum Cohen
Vroeger (voor 1919) kon je alleen schade lijden wanneer iemand de wet had overtreden.
In dit arrest is bepaald dat je ook schade kan lijden als iemand iets doet wat wij in het maatschappelijk verkeer betamelijk vinden (dat heet de onrechtmatige daad)

Slide 5 - Tekstslide

Lindenbaum en Cohen hadden beiden een drukkerij in Amsterdam. Cohen had een werknemer van Lindenbaum omgekocht. Zo kon Cohen er bijvoorbeeld achter komen welke bedragen Lindenbaum vroeg in zijn offertes. Cohen ging vervolgens onder dit bedrag zitten om meer opdrachten binnen te halen. Lindenbaum kwam hier uiteindelijk achter en eiste vervolgens schadevergoeding van Cohen op grond van een onrechtmatige daad.
Staatsrecht
Regelt de organisatie van de overheid.
Gaat terug tot de Romeinse tijd
Bijvoorbeeld: aan welke eisen moet een minister voldoen en welke bevoegdheden hebben zij?
Grondwet, Kieswet, Vreemdelingenwet, Wet bescherming persoonsgegevens, Gemeentewet, Wet op de Rechterlijke Organisatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuursrecht
Beschrijft aan welke regels de overheid zich moet houden bij het nemen van besluiten. Bepaalt ook wat personen of organisatie kunnen/moeten doen als het het niet eens bent met een besluit van de overheid. Gaat over milieu, ruimtelijke ordening, openbare orde, uitkeringen, belastingen, subsidies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht
Welk gedrag is strafwaardig?
Welke straffen staan op dit gedrag?
Hoe kan de strafoplegging gerealiseerd worden?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationaal Recht
Ook hier bestaat Privaat en Publiekrecht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationaal Publiek recht
regelt de relatie tussen internationale nationale staten en internationale organisaties (VN, NAVO, UNESCO)
Volkenrecht
Uitleveringsverdragen, EVRM

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationaal Privaat Recht
Bepaalt welke rechter over een conflict mag oordelen en welk recht wordt toegepast als er een conflict is tussen een aantal landen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationaal Recht
Burgerlijk recht
Burgerlijk recht
Strafrecht
Bestuursrecht
Strafrecht
wettelijke termijn om iets online terug te sturen
Je bent nog geen 18 en je wil trouwen
Je hebt iets gekocht maar er wordt niet betaald
De minister van Justitie is verantwoorde-lijk
De gemeente moet binnen 6 weken een besluit nemen
Lozing van drugsafval in de sloot

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
A. Zoek de betekenis op van de volgende woorden, schrijf de betekenis zo op, dat het duidelijk is dat JIJ snapt wat er staat:
1. Vonnis
2. Griffier
3. Kort Geding
4. Deurwaarder (wat doet hij?)
5. Bewindvoering
6. Onrechtmatige daad
7. Maatregel (in het kader van strafrecht)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
B. Zoek op welke 4 straffen er bestaan in het strafrecht en wat betekenen ze, precies?
C. Wat staat er in het EVRM? 
D. in welk wetboek vinden we het Internationaal Privaat recht?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redelijk vermoeden van schuld
Het Hollende kleurling-arrest (Hof Amsterdam 3 juni 1977, NJ 1978/601) is een arrest van het Amsterdams Gerechtshof dat betrekking heeft op het onrechtmatig verkregen bewijs.

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer twee met voet-surveillance belaste politiemannen op 14 oktober 1976 om tien voor half vier 's nachts over de Sint Olofspoort in Amsterdam ter hoogte van de Warmoesstraat lopen, komt hen een kleurling tegemoet rennen uit de richting van café Caribian Nights. Caribian Nights stond hen bekend als een verzamelplaats van gebruikers en handelaren van verdovende middelen. De agenten vermoeden dat de man drugs bij zich heeft en houden hem staande om hem te fouilleren. Hierbij valt op dat de kleurling zijn linkerhand voortdurend in zijn jaszak houdt, zodat bij de opsporingsambtenaren het vermoeden rijst, dat hij in die jaszak weleens verdovende middelen zou kunnen hebben. De verbalisanten houden de man aan als verdacht van het opzettelijk bezit van drugs en pakken hem vast om hem over te kunnen brengen naar het politiebureau Warmoesstraat. De arrestant verzet zich hevig en bijt een van de agenten in de rechterpols. Bij de worsteling haalt de kleurling zijn linkerhand uit zijn jaszak en laat een zilverpapiertje vallen. Het blijkt een wikkel met heroïne te zijn. De kleurling wordt gedagvaard wegens het bezit van 840 milligram heroïne en wegens wederspannigheid. Het hof vindt dat er geen redelijk vermoeden van schuld is als een kleurling hard komt aanlopen uit de richting van een als drugscafé bekendstaande horecagelegenheid. De agenten hadden de man dus niet staande mogen houden en fouilleren. Het hof concludeert dat de vondst van de heroïne onrechtmatig is geweest. Dat de kleurling zich tijdens zijn arrestatie heeft verzet kan hem ook niet verweten worden, hij hoefde zich de aan hem trekkende agenten niet te laten welgevallen.