BIM4H2 les 2

Deze les:
Overhoren van paragraaf 4,5 en 6
Bespreken opgave 22, 26, 27 of inleveropdracht maken
Uitleg paragraaf 7 en 8
bespreken opdrachten of maken inleveropdracht en opgaven uit WB  (38, 




1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
Overhoren van paragraaf 4,5 en 6
Bespreken opgave 22, 26, 27 of inleveropdracht maken
Uitleg paragraaf 7 en 8
bespreken opdrachten of maken inleveropdracht en opgaven uit WB  (38, 




Slide 1 - Tekstslide


Wat is de levensfase van een puber?
A
0-1,5 jaar
B
12-16 jaar
C
6-12 jaar
D
16-21 jaar

Slide 2 - Quizvraag

Leg uit waarom een ééneiige tweeling altijd hetzelfde geslacht zijn

Slide 3 - Open vraag

een levensfase is..
A
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen veranderen
B
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen groeien
C
een periode in een mensenleven waarin je je hersenen ontwikkelen
D
een periode in een mensenleven waarin je lichaam verandert

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de levensfase van de adolescent?
A
16-21 jaar
B
14-18 jaar
C
21-30 jaar
D
12-16jaar

Slide 5 - Quizvraag

De levensfase van een baby duurt..
A
0-1 jaar
B
0- 5 maanden
C
0-1.5 jaar
D
0-2 jaar

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen bevruchten één eicel?

Slide 7 - Woordweb

Wat is geen levensfase?
A
Baby
B
Schoolkind
C
Tiener
D
Adolescent

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN fase van de bevalling?
A
Uitdrijving
B
Innesteling
C
Ontsluiting
D
Nageboorte

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet deze fase van de bevalling?
A
indaling
B
uitdrijving
C
ontsluiting
D
weeën

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire geslachtsorganen?

Slide 12 - Woordweb

Als na de geboorte niet duidelijk is of een tweeling eeneiig of twee-eiig is, wordt soms wat bloed uit beide navelstrengen onderzocht om de bloedgroep van de baby’s te bepalen.

Bij zo’n onderzoek blijkt dat één van de baby’s bloedgroep A heeft en de ander bloedgroep B. Beide baby’s zijn meisjes.

Zijn deze twee meisjes een eeneiige of een twee-eiige tweeling? Of is dat niet te zeggen? Leg uit!!!

Slide 13 - Open vraag

SOA's

Slide 14 - Tekstslide

Welke conclusie kun je trekken over het aantal mensen met chlamydia tussen 2006 en 2013?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel diagnoses hiv zijn in 2013 gesteld?

Slide 16 - Open vraag

Waarvan waren er in 2010 meer diagnoses?

Slide 17 - Open vraag

Met welk percentage is het aantal hiv-infecties in 2013 afgenomen vergeleken met 2009?

Slide 18 - Open vraag

geboorteregeling (voorbehoedsmiddelen)

Slide 19 - Tekstslide